Corona was niet alleen maar slecht voor de fysieke boekhandel. De pandemie heeft Van Piere weerbaarder gemaakt. En de boekhandel had in Eindhoven toch al zulke gunstige vooruitzichten dankzij de demografische ontwikkelingen.
Het gebeurt niet vaak dat een boekhandelaar opduikt in de Nederlandse literatuur. In het nieuwe boek van Nelleke Noordervliet is dat wel het geval. Een gesprek met de auteur en reacties van drie boekverkopers op de weergave van het boekenvakkersbestaan in de roman.
Gerben de Bruijn, eigenaar van boekhandel Post Scriptum in Schiedam, begon het jaar wat futloos. Het opgewekte gemoed waarmee hij gewoonlijk januari ingaat, vol van nieuwe ideeën voor de winkel, kon hij even niet opbrengen.
De lockdown van half december tot half januari voelde anders dan die van een klein jaar terug. Waar ’m dat precies in zat weet ik niet maar veel mensen binnen ons vak hebben dat ook zo ervaren.
Alles uit de titels halen die je in huis hebt, je auteurs een extra verdienmodel bieden, op een nieuwe manier met je publiek in contact komen: uitgeverijen gaan cursussen, workshops en trainingen organiseren om zeer uiteenlopende redenen. Een rondgang langs meerdere uitgeverijen die de mogelijkheden op dat gebied aan het exploreren zijn, leert dat het vaak goed uitpakt.
Anderhalf jaar geleden had Thomas Rap in één klap geen uitgever en redacteuren meer. Het was aan Jasper Henderson om in die situatie het fonds voort te zetten. ‘Als wij met z’n allen iets geweldig vinden, is de kans redelijk groot dat meer mensen dat vinden en je dus genoeg exemplaren verkoopt.’