'Van drie tot zes', Herman Brusselmans, (Prometheus)
Evert Nicolai (Standaard, Antwerpen) | 22 juni 2011Brusselmans schrijft, Brusselmans blijft. Hij vloekt en zegt wat hij denkt. Hij leeft rechttoerechtaan, en vooral recht vooruit, en in Van drie tot zes doet hij dat bij monde van Zundap. Zundap
leeft voor de liefde. Hij neukt alles wat beweegt, maar gelooft niet in wat hij tegenkomt. Hij wacht op
Bleu, zijn gefantaseerde droomvrouw en ondertussen vertelt hij wat hij denkt, terwijl hij iedereen op
zijn pad minacht. Maar van drie tot zes ’s nachts kan niemand hem storen, dan is hij zichzelf: een
oprecht mens in een onoprechte wereld. Zoals steeds schrijft Brusselmans semi-autobiografisch. Hij
zwerft zoals de rook op de kaft van zijn boek: in het ijle en uiterst schadelijk voor de gezondheid. De nieuwe Brusselmans doet ons mijmeren, doet ons vaak lachen en leest als een trein op speed. Brusselmans’ oeuvre moet in zijn geheel bekeken worden: hij heeft een unieke stijl en een beetje literatuurliefhebber kan niet anders dan zijn pogingen appreciëren.