Prijs
Eric Herni | 8 oktober 2020Op de tweede dag van oktober kreeg ik het geweldige bericht dat ik was uitgeroepen tot beste boekverkoper van Nederland.
Op de tweede dag van oktober kreeg ik het geweldige bericht dat ik was uitgeroepen tot beste boekverkoper van Nederland.
Ik reis bijna dagelijks met het openbaar vervoer. Voor mijzelf heb ik een aantal regels. Ik betaal altijd voor mijn rit, zet nooit mijn voet op de stoel tegenover mij, laat geen rommel achter, zal nooit eten of drinken en heb mijn telefoon altijd in mijn broekzak zitten.
Een schichtig kijkende jongen van een jaar of achttien komt de winkel binnen. Hij kijkt naar de toonbank en vervolgens neemt hij de rest van de winkel in zich op. Het lijkt alsof hij kijkt of er nog meer medewerkers in de winkel aanwezig zijn. Bij mij gaan meteen alarmbellen af. De jongen loopt rechtsaf naar de jeugdboeken. Hij pakt een prentenboek van tafel en bladert er met zijn handen doorheen terwijl zijn ogen op de toonbank gericht zijn.
Hij is een vaste klant maar ik heb geen idee hoe hij heet. Een tekenaar. Een fan van Bob Dylan, The Band, Joni Mitchell en J.J. Cale. We hebben het er geregeld over. We wisselen tips uit over net verschenen cd’s. Net als hatelijkheden en flauwe grappen. Hij komt vaak in de winkel voor een boek dat al jaren niet meer te krijgen is en noemt ons dan een slechte boekwinkel omdat we het niet meer kunnen bestellen.
In de oneindige reeks met prijswijzigingen was het een tijd terug weer raak. De bij Ambo|Anthos verschenen roman De Gouden Duiven werd zes euro goedkoper. Het boek van Martha Hall Kelly over twee vrouwen die na de Tweede Wereldoorlog jacht maken op oorlogsmisdadigers verkocht blijkbaar niet goed genoeg en kreeg een extra duwtje in de rug. Ik had drie exemplaren op voorraad. Met de nieuwe prijs zakte mijn marge met 50%. Zonder overleg besloot iemand achter een bureau dat ik best met wat minder omzet en resultaat genoegen kon nemen.
Vroeger noemde ik lezen – net als muziek en voetbal – een hobby. Wijsheid komt met de jaren en inmiddels weet ik beter. Lezen en muziek zijn geen hobby’s maar – populair gezegd – een deel van mijn DNA. Ik kan en ik wil niet zonder. Veel van mijn geld gaat er aan op en ik heb er werkelijk nooit een seconde spijt van.
Een vrouw staat bij de postbalie terwijl ik een man help die een boek van Sally Rooney koopt. Ze praat met een andere klant die ook aan het wachten is. 'Ik ben gek op thrillers', zegt ze enthousiast tegen hem, als ze eerst over koetjes en kalfjes hebben gesproken. 'Vooral die uit Zweden. Ik heb laatst alle boeken van Jussi Adler-Olsen besteld bij Amazon. Ik kom nu een pakket halen met alles van Horst en Enger. Echt héérlijk. Je kan die pakketjes gewoon hier laten bezorgen. Ideaal. Vooral omdat ik hier vlak om de hoek woon.'
Toen ik van uitgeverij Oevers een prachtige poster kreeg met een door mijzelf geschreven quote, had Duivels en Heiligen van Jean-Baptiste Andrea in de winkel al een ereplaats op de toonbank gekregen. Samen met een buikbandje waarop stond dat dit een boek was waarop je op slag verliefd zou worden. Met de reclame op het stoepbord nam de verkoop een extra vlucht.
Een vrouw staat voor de kast met Engelstalige boeken. Ze kijkt naar de bovenste plank en dan met name naar een titel van Baldacci. Voor de kast staat een tafel met toptitels, waardoor ze er net niet bij kan. Ze is niet zo heel erg groot maar doet toch een dappere poging het boek van de plank te pakken. Ook door op haar tenen te gaan staan kan ze er nog steeds niet bij.
Als ik de telefoon opneem, vraagt een man of wij een half uur langer kunnen openblijven. Hij heeft pakketjes van Bol en MS Mode bij ons liggen maar is niet in staat ze op te halen binnen de openingstijden van onze winkel.
'Meneer, ik heb een lijstje met boeken en ik hoop dat u er één van heeft. Het is voor de verjaardag van mijn zwager. We zijn een beetje laat want morgen gaan wij al naar hem toe.'
Ik kende Elif Shafak wel van naam maar had nog nooit een boek van haar gelezen. Wel heb ik een paar jaar geleden met Het eiland van de verdwenen bomen in mijn handen gestaan, maar de impuls om daaraan te beginnen verdween toen een andere roman haar zachtjes en ongemerkt opzij schoof. Op de één of andere manier doen boeken dat soms bij een lezer. Met het verschijnen van Er stromen rivieren in de lucht was echter niemand in staat om mij op andere gedachten te brengen. Zowel de belofte van een mooi verhaal als de intrigerende titel beten zich in mij vast.
Een oudere vrouw komt in een rolstoel onze winkel binnen. Een behulpzame dochter of misschien een begeleider volgt haar naar binnen. Ik herken de vrouw niet maar er gaat wel ergens een belletje rinkelen. Misschien ken ik haar tóch wel. Ze zegt mij vriendelijk gedag en lacht als ze ziet dat ik niet weet wie zij is.
Een man van ongeveer vijfentwintig jaar zegt dat er een pakketje voor hem ligt. Als het goed is heeft hij een bericht gekregen met een afhaalcode. Hij schudt fanatiek zijn hoofd. 'Ik heb helemaal niets gehad', zegt hij.
Een man komt de winkel in, passeert mijn vrouwelijke collega alsof ze niet bestaat en loopt direct door naar mij. Hij denkt op basis van geslacht dat ik de baas zal zijn. Dat klopt in dit geval, maar toch stoort het mij enorm. Hij is een vertegenwoordiger van een creditcardmaatschappij. Van dé creditcard, zegt hij zelf…
Een man loopt op teenslippers en in een korte rode sportbroek de winkel binnen. Voor de rest heeft hij die ochtend niets aangetrokken. Een witte, blote buik en redelijk behaarde benen. Dat je zo in je eigen tuin wil rondlopen moet je zelf weten, maar op deze manier gaan winkelen zie je – gelukkig – toch minder vaak.
'Heb je ook reumakaarten?', vraagt een vrouw aan mij. Ze staat aan de zijkant van het kassablok, half verstopt tussen de molens met wenskaarten. De vraag overvalt me enigszins. Ik ben net tien minuten open en meteen al een gekke vraag. Met mijn wekelijkse column over mijn winkel denk ik weleens dat ze het expres doen. Deze mevrouw ziet er echter bijzonder serieus uit.
Ik sta bij het kassablok de nieuwe boeken uit te pakken. Een vrouw loopt naar mij toe en vraagt om het tweede boek van een Turks-Nederlandse schrijfster. Ze is de naam even vergeten. Het toeval wil dat ik het boek zojuist heb uitgepakt. Ik ben vrij van Lale Gül.
Een jonge vrouw komt de winkel in en loopt naar de toonbank. Het enige dat ze zegt is een straatnaam en huisnummer. Geen goedemiddag, niet waarvoor ze komt. Alsof ze bij een Chinees restaurant automatisch het nummer opdreunt voor een Babi Pangang. Mijn reactie is dan ook simpel: 'De winkel uit, linksaf, de busbaan oversteken en dan helemaal doorlopen tot het eind. Daar eventueel even opnieuw aan iemand vragen.'
Toen ik een doos met nieuwe boeken openmaakte en de roman Duivels en heiligen van de Franse auteur, scenarioschrijver en regisseur Jean-Baptiste Andrea voor het eerst in mijn handen hield, was ik eigenlijk al verkocht. Een prachtig, gebonden boek van uitgeverij Oevers met een intrigerende titel en van een schrijver die geboren was met een naam die gemaakt is voor de eeuwigheid.
Een meneer met een imponerend gehoorapparaat achter zijn oor komt naar de toonbank met een doosje splitpennen. 'Deze wil ik graag hebben', zegt hij. 'Ik ben blij dat jullie die nog steeds verkopen.'
In de winkel staat al enige tijd een grote display met voetbalplaatjes. Speciaal voor het EK 2024. Niet alleen de losse pakjes met acht plaatjes maar ook duurdere boxen tot bijna tien euro per stuk met zogenaamde ‘special cards’. Daarnaast hebben wij uiteraard ook de verzamelalbums waar je de plaatjes in kan bewaren.
Een opa loopt met zijn kleinzoon door de winkel. Ze kijken bij de kinderboeken en hebben de grootste lol. De aanstekelijke schaterlach van het kind zorgt ervoor dat andere klanten met een glimlach tussen de boekentafels lopen. Ook opa kan zijn lach niet verbergen. Vooral de prentenboeken De prins zonder billen en De ridder zonder billen zorgen voor de nodige hilariteit.
'Heb je ook een boek van David Baldacci in het Pools?' Een man met een zwaar accent kijkt mij verwachtingsvol aan. Hij heeft al een rondje door de winkel gelopen, maar kon nergens een kast met Poolse boeken vinden.
Een moeder komt met haar dochtertje de winkel binnen. Het meisje is een jaar of acht. Ze lijkt niet echt veel zin te hebben om bij ons te winkelen, maar krijgt te horen dat ze een cadeautje moeten zoeken voor haar vriendinnetje. Blijkbaar gaat ze liever naar de speelgoedwinkel, want ik hoor haar zeggen dat ze iets van Topmodel wil kopen. In Almere-Haven zit na het faillissement van Intertoys echter geen speelgoedwinkel meer en haar moeder heeft geen zin om naar Almere-Stad te gaan.
Het nieuw te formeren kabinet werpt haar schaduw reeds vooruit. Waren bij Rutte de boekwinkels al niet essentieel, bij de nieuwe club lijkt het nog een stukje erger te gaan worden. Hoewel we op het eerste oog wél gewoon open mogen blijven – maar dat kan altijd nog veranderen – doet het rechtse kabinet haar uiterste best om de kiezers de komende jaren zo dom en onwetend mogelijk te maken.
Afgelopen dinsdag kregen de boekwinkels het dringende verzoek van Just Publishers om het boek Drugsbaron van Vico Olling per direct uit de verkoop te halen. De Belgische Staat had via een kort geding bij de Rechtbank Midden-Nederland geëist dat geplaatste foto’s van drie undercoveragenten verwijderd moesten worden. De veiligheid van de rechercheurs stond op het spel.
'Pakje Marlboro. Doe maar zo’n grote, je weet wel…' Een man staat bij de toonbank en begint te praten terwijl hij berichtjes op zijn telefoon leest. Ik reageer niet, omdat ik geen idee heb of hij het tegen mij heeft of tegen iemand met wie hij aan het chatten is.
'Heb je ook tijdschriften over vissen?' Een oudere man die wel vaker in de winkel komt stelt de vraag nadat hij even bij de tijdschriftenwand heeft staan kijken. Ik vraag of hij iets zoekt over de sport of over de over de vissen zelf.
'Heb je dat boek nog liggen van die man die altijd aan tafel zit bij Vandaag Inside? Je weet wel, die Turkse Marokkaan.' Een man staat bij mijn toonbank en ondanks zijn wat ongelukkige omschrijving begrijp ik welk boek hij zoekt. Ik loop naar de boekentafel en pak een exemplaar van Afslag 24, geschreven door Özcan Akyol, ook wel bekend als Eus.
'Aaaahhh! EEN TOURSPECIAL.' Een meisje van elf of twaalf jaar gilt het uit als ze in de tijdschriftenwand iets van Taylor Swift ziet staan. Het is duidelijk een fan.
Ieder jaar probeer ik een aantal boeken te lezen van mensen die de vernietigingskampen tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben weten te overleven. Auschwitz-Birkenau, Dachau, Sobibor, Bergen-Belsen en al die andere schandplekken uit de geschiedenis.
Ik ben mijn hele leven al voor Ajax geweest. Zolang ik mij kan herinneren. Geboren en getogen in Amsterdam en op jonge leeftijd betovert door Johan Cruijff. Nummer 14. De beste voetballer die er ooit is geweest. Oké, je had ook nog ene Maradona…. Eveneens een fenomeen, misschien wel nóg beter. Maar voor mij staat Jopie op één. Later werden Marco van Basten en Jari Litmanen ook helden.
'Ik wil graag de roman Het verbond van het water bij u bestellen. Het is geschreven door Abraham Verghese en volgens de recensies een fabelachtig geschreven familie-epos. Dat zou u eigenlijk op voorraad moeten hebben.'
Twee jongens rennen vanaf de straat onze winkel binnen en verstoppen zich achter één van de boekenkasten. Ze moeten moeite doen om niet te lachen van de pret. Zo voorzichtig mogelijk kijken ze vanaf hun schuilplek naar de voordeur. Ze zijn duidelijk broertjes van elkaar, ongeveer een jaar of zes en mogelijk een tweeling.
Een moeder komt met haar zoon en dochter de winkel binnen om iets te versturen met PostNL. De kinderen van tussen de vijf en zeven jaar rennen naar de tijdschriftenwand. 'Handen op de rug', roept hun moeder ze achterna. Het is uiteraard tegen dovemansoren gericht, want binnen een paar tellen hebben ze allebei een tijdschrift in hun handen. Het meisje heeft iets over Disney-prinsessen gevonden.
Toen ik vorig jaar als lezer de boeken van Kader Abdolah aan het ontdekken was, had ik in mijn boekwinkel al een paar keer hebberig gekeken naar De hemel is altijd paars van de eveneens uit Iran afkomstige Sholeh Rezazadeh. Een debuutroman in een wonderschone uitvoering die goed verkocht en een lied zong waarvan ik dacht dat ik het als enige kon horen.
'Heeft u een mooie verjaardagskaart voor mijn buurvrouw? Die is vandaag 92 jaar geworden. Eentje met een beetje toepasselijke tekst.'
Een ouder echtpaar staat bij de jeugdboeken en maakt een verloren indruk. Ik vraag of ik ze kan helpen. 'We zijn op zoek naar twee boeken voor onze kleinkinderen van negen en twaalf', zegt de vrouw. 'Iets wat ze de rest van hun leven zal bijblijven.'
Een jong en leuk stel staat voor mijn toonbank. Bij het binnenkomen hoorde ik ze al overleggen over het eindcijfer. Hij weet heel zeker dat de hoofdprijs op de eindcijfers 24 gaat vallen terwijl zij het liefst kiest voor 53. Je zou zeggen dat je van tevoren al overeenstemming hebt bereikt over de juiste getallen, maar mogelijk was het kopen van een staatslot een spontane beslissing.
Nooit gedacht dat ik nog eens onderbroeken en sokken zou gaan verkopen. Ik werk vanaf mijn achttiende in de boekwinkel. Eerst in Osdorp, daarna even in de Kalverstraat, vervolgens de Grote Houtstraat in Haarlem en tenslotte de Ferdinand Bolstraat in Amsterdam. Toen kreeg ik de kans om de winkels op het Centraal Station aan te sturen en uiteindelijk ging ik naar Schiphol.
'De kleine doet een buiging voor de grote…' Het laatste berichtje dat ik van Kim Moelands kreeg, op maandag 1 januari om half drie. Verzonden via de vingers van haar man. Een berichtje dat ik met tranen in mijn ogen las. Kim had al haar kracht verloren. Uitgeput, moegestreden.
'Heb je een pakje Marlboro voor mij?' Een onbekende man vraagt het met de vanzelfsprekendheid alsof hij dat iedere dag bij ons koopt. Ik moet hem teleurstellen.
Toen ik aan een goede vriend vertelde dat ik bezig was met het schrijven van korte verhalen, kreeg ik te horen dat boekverkopers niet kunnen schrijven. Een variant op de eeuwenoude dooddoener dat boekverkopers feitelijk mislukte auteurs zijn.
In een poging meer lezers te krijgen voor mijn columns, heb ik besloten dit stukje helemaal naakt te schrijven. Columnpromotie 2.0 als het ware. Meestal schrijf ik een column in één keer en duurt het creatieve proces doorgaans een klein kwartier. Te kort om het echt koud te krijgen of anderzijds in de problemen te komen. Een column is tenslotte geen boek en vijfhonderd woorden zijn doorgaans bij eenieder makkelijk uit de mouw te schudden.
Wat zijn er toch veel mooie boeken. Op sommige momenten krijg ik medelijden met mensen die nooit lezen. Het is misschien preken voor eigen parochie, maar wat mis je dan onvoorstelbaar veel. Geen tijd, geen zin, geen geduld.
Ik loop naar een medewerker van de Vomar in Almere-Haven die bezig is met het aanvullen van de zuivelproducten. 'Mag ik twee gratis slokjes melk?' Helaas, ze verkopen alleen pakken van minimaal een halve liter. Jammer… thuis heb ik melk genoeg en het is zonde om nu een halve liter te kopen terwijl ik alleen maar twee slokjes wil hebben.
Binnen het genre van de spannende boeken is weer een nieuw subgenre bedacht: de cosy crime. Gezellig een boek lezen over een seriemoordenaar die bij ieder nieuw slachtoffer het bloed weer keurig opdweilt en voor het verlaten van de woning waar hij is binnengedrongen nog even snel de plantjes water geeft.
'Ik ben een auteur uit Emmeloord en ik wil proberen om ook buiten mijn woonplaats wat bekendheid te krijgen.' De vrouw voor mijn toonbank kijkt mij verwachtingsvol aan. 'Het boek bevat de geweldige verhalen die mijn moeder mij vroeger vertelde en die heb ik nu allemaal gebundeld en zelf uitgegeven.'
'Ik ben niet zo blij met jullie', zegt een meneer vrij streng door de telefoon. 'Ik heb vandaag vrij genomen, maar niemand van jullie gezien. Terwijl de afspraak toch vrij duidelijk was. Hoe is dat mo…' Toen de telefoon begon te rinkelen, nam ik vrij enthousiast op, maar inmiddels is de meeste vrolijkheid wel weer verdwenen.
Hoofdstuk een Hij zit stil en onopvallend op een bankje in het drukke winkelcentrum. Hij bekijkt de mensen die langs de etalages lopen en soms luidruchtig met elkaar praten. Zelf heeft hij nauwelijks aandacht voor de gezelligheid van kerst. De speciale verlichting, de twee muzikanten die hun best doen om nog meer sfeer te brengen en de mooi versierde kerstbomen die naast de deur van veel winkels staan. Als wachters voor een koninklijk paleis.
'Meneer, heeft u voor mij nog zo’n gratis kerstagenda?' Een man kijkt mij verwachtingsvol aan. 'Je weet wel. Die krijg je bij drie velletjes kerstzegels. Van PTT Post, of PostNL. Of hoe ze ook heten.'
'Ik ben op zoek naar de Story waarin een groot artikel moet staan over Gordon. Of eigenlijk over de man met wie hij zou trouwen, maar wat toen uiteindelijk niet doorging. Hij heeft daar nu zijn verhaal over gedaan en dat was anders dan Gordon ons heeft verteld.'
'Ik zag op jullie website dat er een aanbieding is met boeken van Appie Baantjer. Tien voor vijftien euro. Waar staan die boeken en om welke delen gaat het precies?' Mijn collega en ik kijken elkaar vol verbazing aan. De boeken van Baantjer in de aanbieding?
Hoewel wij zijn boeken altijd goed verkochten, heb ik nooit omgekeken naar de romans van Kader Abdolah. Ze zagen er prachtig uit, maar nooit bekroop mij de behoefte om ze te lezen. Geen idee waarom.
'Zijn dit de laatste twee zwarte agenda’s die u heeft in dit formaat? Ik heb er drie nodig.' Een vrouw komt richting de toonbank met twee grote kantooragenda’s in haar handen. 'In het zwart wel', zeg ik tegen haar. 'Misschien heb ik ze ook nog in het blauw.'
Een oudere man komt zuchtend bij de kassa. 'Is hij er al?', vraagt hij aan mij. De blik in zijn ogen maakt duidelijk dat hij eigenlijk alweer rekent op een negatief antwoord. Hij loopt zelfs al bijna richting de deur terwijl de laatste letters van zijn vraag nog over zijn tong rollen.
Een vaste klant komt de winkel in op zoek naar een boek voor haarzelf. De vorige keer heeft ze Daar waar de rivierkreeften zingen gekocht. Een boek dat blijkbaar goed is bevallen. Mijn collega laat de meest recente romans van Tommy Wieringa en Adriaan van Dis zien.
AKO Schiphol heeft veel managers gehad en de meeste zaten er maar kort. Mijn voorganger heeft exact één jaar de winkels aangestuurd. Het was zo’n beetje de meest roerige periode in de geschiedenis van AKO op de luchthaven.
Drie jongens van een jaar of zestien lopen als een treintje door de winkel. Achter elkaar. Het is nog zomer, met temperaturen van rond de 26 graden, en in de winkel misschien nog een graadje warmer. Ze hebben alle drie een baseball cap op hun hoofd, met daaroverheen de muts van hun hoodie en voor alle zekerheid ook nog de capuchon van hun gewatteerde jas.
Ik zag dat de kiosk op Schiphol Plaza is omgetoverd van AKO naar Bruna. De grote winkel iets verderop volgt binnenkort. Bruna. Het is ongetwijfeld een prachtig bedrijf en absoluut een ijzersterk merk. Maar toch…
'Ik zoek het elfde deel van Dog Man', zegt een man tegen mij. 'Het is een cadeautje, maar ik kan het nergens vinden. Ik kom uit Hilversum en daar hadden ze deel elf niet. Daarom ben ik maar naar Almere gereden.'
In mijn reguliere columns heb ik geschreven dat er AKO-bloed door mijn aderen stroomt. Veel mensen in het boekenvak doen lacherig over AKO, maar het deed mijn hart altijd sneller kloppen. Voor mij is AKO voor eeuwig verbonden aan het Centraal Station van Amsterdam en de winkels op Schiphol, al heb ik ook gewerkt op de Ferdinand Bolstraat en zeer korte tijd in de Kalverstraat.
Ik zit in ons kleine kantoor, achter in de winkel, de Top60 te bestellen. Als mijn mobieltje tot leven komt zie ik dat iemand uit Rotterdam mij probeert te bereiken. Een voor mij onbekend nummer.
'Meneer, ik ben op zoek naar de eigenaar van deze winkel. Ik weet, het is vakantietijd, maar ik heb twee aanbiedingen die uw baas echt niet wil missen.' Een man staat voor de toonbank en gaat er gemakshalve vanuit dat ik als eigenaar op vakantie ben. Ik knik vriendelijk naar hem, maar ben niet onder de indruk. Het hele jaar komen er mensen de winkel binnen met geweldige aanbiedingen waar alleen zij beter van worden.
'Meneer, mag ik deze folders op uw toonbank leggen? Ik heb ook een mooie poster voor op het raam.' Een man staat bij de toonbank en kijkt mij vragend aan. Ik vraag waar de folders en posters voor zijn. 'Een aankondiging voor een leuke markt in Almere Buiten, volgende week zaterdag', zegt hij enthousiast.
'Nou meneer, dat boek dat u mij vorige maand hebt aangeraden, was allesbehalve een schot in de roos.' Een oudere dame staat voor de toonbank met een nog half ingepakt boek in haar hand. Ik kan mij nog wel herinneren dat ik haar onlangs heb geholpen, maar geen idee meer welk boek ik uiteindelijk heb verkocht.
Een vaste klant komt mijn winkel binnen. Luchtig T-shirt, korte broek. De zomer is weer een klein beetje terug. Ik ben bij de toonbank de nieuwe boeken aan het uitpakken als hij mij om hulp vraagt. Als het om boeken gaat kan je dat zelfs om middernacht aan mij vragen.
In Almere-Haven staat een kerk met in de toren een carillon. Om het kwartier speelt het een kort riedeltje en op het hele uur incidenteel een bekend deuntje. Soms moet je goed luisteren wat het is, maar dan herken je zowaar een liedje van bijvoorbeeld Queen. In de krant lees ik dat er regelmatig concerten worden gegeven als een carillonspeler naar Almere-Haven is gekomen. Ik ben nooit wezen luisteren, maar mogelijk dat er dan een hele groep vrienden voor de kerk in vervoering omhoog staan te turen.
De telefoon in de winkel gaat. Omdat er geen klanten bij de toonbank staan, neem ik hem op. Een anoniem nummer. Het is een vriendelijke vrouw die keurig vraagt of ik even tijd voor haar heb. Ze is van een administratiekantoor en vroeg zich af of ik interesse heb in een goed en betrouwbaar bedrijf dat de salarisadministratie van mij kan overnemen.
Ik praat in de winkel met de nieuwe vertegenwoordigster van HarperCollins. We hebben het over boeken en over het assortiment van de winkel. Ook mijn columns komen ter sprake. Midden in het gesprek loopt een klant onze kant op, die een compliment geeft over de winkel.
Als de telefoon begint te rinkelen en er geen klanten bij de toonbank staan, neem ik op en krijg ik een man aan de lijn. 'Goedemorgen, met Bart. Ik vroeg mij af of u mij al heeft gebeld?' Ik hoor de vraag met enige verbazing aan, aangezien ik geen idee had dat ik hem vandaag – om wat voor reden dan ook – zou moeten bellen. Sterker nog: ik heb geen idee wie hij is.
'De wind kent mijn naam.' Een vaste klant leest hardop de titel van het nieuwe boek van Isabel Allende. Het ligt op het Top10-meubel, schuin tegenover de toonbank. Hij draait zich om en kijkt naar mij. 'Die van mij zijn doorgaans vrij anoniem', zeg ik tegen hem. Een paar tellen vertrekt hij geen spier op zijn gezicht, maar dan schieten we allebei in de lach.
'Oh, wat heb je toch een heerlijke boekwinkel', zegt een vrouw die met drie boeken naar de kassa loopt. 'Al koop ik altijd meer dan ik mij heb voorgenomen.' Ze legt de boeken op de toonbank en rekent ze bij mij af.
'Goedemorgen meneer, ik zal het kort houden want ik kan zien dat u een drukbezet man bent. U kent mij niet maar ik lees iedere week uw columns op LinkedIn en daardoor weet ik dat u een boekverkoper bent in hart en nieren. De liefde voor het lezen spat er werkelijk vanaf. Echt grandioos. Daar moet u eigenlijk iets meer mee doen. Ze laten bundelen, bijvoorbeeld. Ik zou zeker een exemplaar van u kopen.'
Ik kan niet uitleggen waarom, maar om de één of andere manier had ik het nooit zo op Wilfried de Jong. Hij had jaren geleden met Matthijs van Nieuwkerk het televisieprogramma Holland Sport en stuiterde toen doorlopend door het beeld. Als boekhandelaar kreeg ik met hem te maken toen hij boeken schreef over wielrennen.
“Man, wat heb je toch een leuke winkel”. Een vrouw staat bij de boeken en maakt een compliment als ik klaar ben met het helpen van een klant die zojuist vier boeken van Ian McEwan heeft gekocht. “Wij komen hier echt ontzettend graag.”
Het ooit zo fameuze genre van het spannende boek ligt een beetje op zijn kont. Misschien wel sinds Esther Verhoef, Simone van der Vlugt en Saskia Noort jaren geleden bij Ambo|Anthos zijn vertrokken.
Onder de kassa heb ik nog een aantal posters van Woeste Willem en ik laat het aan hem zien. “Voor jou”, zeg ik tegen hem.
“Hoe kan er nou een achtste deel van De Zeven Zussen bestaan? Het heet toch De Zeven Zussen?” Een onbekende man staat bij de toonbank. Hij draagt een shirt met een tekst in het Fries en is waarschijnlijk een toerist die met zijn boot hier in de Haven ligt.
Ik ben bezig de boeken van het Centraal Boekhuis uit te pakken. Een man komt de winkel binnen en stapt meteen mijn kant op. 'Dag meneer, ik ben op zoek naar het nieuwe boek van Marente de Moor. Een roman. Ik weet niet hoe het heet, maar het is onlangs verschenen en mijn zus wil hem graag lezen. Ze is deze week jarig. Haar man had echter geen tijd om het te kopen.'
'Meneer, ik heb een gekke vraag.' Een man komt iets over 08:00 uur de winkel binnen en begint al bij de drempel tegen mij te praten. Ik heb nog niet eens de kans gehad om een slok koffie te drinken. De man heeft een A4-velletje in zijn hand. 'Dit is voor de winkel aan de overkant, maar er is nog niemand aanwezig. Ik kan het onder de deur schuiven, maar de onderste regel is fout.'
'Eric, er staat een meneer in de winkel die ontzettend boos is.' Ik zit achter de administratie te doen maar loop nu vanuit het magazijn naar de winkel. Bij de toonbank zie ik niemand staan bij wie de stoom uit de oren komt. Sterker nog: de hele winkel ademt een sfeer uit van serene rust en tevredenheid.
Ik probeer in ieder geval één keer per jaar een column te schrijven over Paul Goeken. De man die historie schreef als Suzanne Vermeer. Hij wist er de top van de bestsellerlijst mee te bereiken, maar stierf onverwacht aan de vooravond van absolute roem.
Een man en een vrouw lopen al een tijdje door de winkel. Ze praten veelvuldig met elkaar en hebben al zeker vier of vijf rondjes door de hele winkel gemaakt. Er is denk ik geen boek dat ze nog niet hebben gezien. Hij heeft inmiddels een indrukwekkende stapel in zijn handen en zij heeft er nog altijd geen genoeg van. Het soort klanten waar ik behoorlijk blij van kan worden.
Een klant in mijn winkel wil een boek bestellen van Frans Pointl: 'De kip die over de soep vloog'. Een boek dat ik tot zijn verbazing gewoon op voorraad heb. Voor mij een boek met herinneringen…
'Meneer, ik zoek een boek met lekker veel letters. Het liefst waarbij de letters ook woorden en zinnen vormen. Heb je dat?' Een man staat voor de toonbank en kijkt mij verwachtingsvol aan. 'Het liefst op papiertjes die aan de zijkant zijn vastgeplakt', doet zijn vrouw – die naast hem staat - een duit in het zakje
Twee jongens van begin twintig komen de winkel in en lopen naar de tijdschriftenwand. Eén van beiden pakt een tijdschrift en begint fanatiek te bladeren. Zo te zien in de Burda Mode, dus ik betwijfel of hij serieus interesse heeft in het blad. Echt lezen doet hij ook niet want samen met zijn vriend kijkt hij voornamelijk richting de toonbank. Ze zijn druk met elkaar aan het praten.
'Ik heb hier onlangs een mooi, klein boekje gekocht van een Italiaanse auteur. Alessandro Baricco. U noemde het één van de mooiste boeken die u had gelezen.' Ik knik en kan het mij nog herinneren. De roman Zijde is al in verschillende uitvoeringen uitgebracht en gaat over de zijdehandel in het midden van de negentiende eeuw. Als er een ziekte uitbreekt onder de zijderupsen in Egypte en Syrië, moet Hervé Joncour zijn handel verplaatsen naar Japan, waar hij een mysterieuze vrouw ontmoet.
Een man komt de winkel binnen en loopt direct naar de kantoor- en schrijfwaren. Hij kijkt naar alle soorten lijm die wij hebben staan. Hij pakt tubes en flacons in zijn hand om ze te bestuderen. Van achter de toonbank hoor ik hem zachtjes mompelen. Als hij doosjes met fotohoekjes ziet staan is de zoektocht ten einde. 'Deze worden het,' hoor ik hem zeggen. Bij de toonbank rekent hij het doosje bij mij af.
Boeken worden steeds duurder. Maar ja, wat niet? Aan het eind van je salaris hou je steeds wat meer maand over. Boeken zijn een luxe artikel geworden. Heb je geld over, dan kan je er een paar kopen. Maak je die boeken onbetaalbaar, dan schiet de boekhandel zichzelf in de voet. De jaarcijfers van het CB laten zien dat er minder exemplaren worden besteld. De verkoop staat meer dan ooit onder druk.
Terwijl ik door de winkel loop om boeken aan te vullen, tikt een man op mijn schouder. Ik herken hem als een klant die niet zo heel vaak komt maar wel altijd interesse heeft in boeken. Hij kijkt nog even snel om zich heen en vraagt vervolgens om de twee nieuwe boeken van Cormac McCarthy. 'Heb je die toevallig ergens liggen? Ik heb al gezocht maar kan ze niet vinden.'
Twee meiden van een jaar of vijftien komen de winkel binnen en duiken meteen rechtsaf richting de buitenlandse pockets. 'Ze hebben hem,’ hoor ik één van beiden meteen enthousiast roepen. Ze pakt een exemplaar van Girl in Pieces van de stapel en doet vervolgens een klein dansje. 'Dit schijnt een héél zielig boek te zijn,’ zegt ze tegen haar vriendin.
'Ik zoek een boek waarvan ik zowel de titel als de naam van de auteur ben vergeten. Het gaat over een kok en een boom. Meen ik mij te herinneren.' Het is vijf over acht ’s ochtends en een vrouw kijkt mij verwachtingsvol aan.
Een vrouw komt de winkel binnen. Ze ziet mij achter de toonbank staan en loopt meteen mijn kant op. 'Fijn dat ik u weer zie, meneer,’ zegt ze tegen mij. 'U heeft mij twee maanden geleden een boek aangeraden, weet u dat nog?'
Vorige week kreeg ik een email uit Engeland, verzonden door ene Mark Solomann. Hij werkt bij een grote bank in Londen en zat met het probleem dat een gerespecteerde klant, zonder verdere familie, onverwachts was overleden. Tot overmaat van ramp stond er nog 22,3 miljoen aan Engelse ponden op zijn rekening.
Toen ik mijn column had geplaatst over een klant die nooit las en na het kopen van ‘Waar de rivierkreeften zingen’ plotseling het licht zag en twee boeken van Wilbur Smith over Egypte kocht, kreeg ik meteen een berichtje van Jeroen Windmeijer. Of eigenlijk eerst van Remco Houtepen van boekhandel Venstra in Amstelveen.
Vader, moeder en drie dochters komen de winkel binnen. De kinderen schieten meteen richting de jeugdboeken. De ouders vinden het prima en lopen naar de tafels met romans. Het is Boekenweek en er liggen meer dan genoeg prachtige boeken.
'Kan ik hier documenten printen,’ vraagt een man bij de toonbank. Wij hebben geen printer, dus moet ik hem teleurstellen. 'Een kopieerapparaat misschien?' Nee, ook niet. Nauwelijks vraag naar en als je er wel eentje hebt is het doorgaans één en al ellende.
De boekhandel is gek op feestjes. Boekenweek, Kinderboekenweek, Maand van de Geschiedenis, Zomerlezen, Thriller Weken, Nationale Voorleesdagen, Kookboekenweek, Nederland leest, Griffels en Penselen, Maand van de Filosofie en nog veel meer. Er zullen maar weinig branches zijn die zoveel feestjes organiseren als de boekhandel.
Mijn idee om een eigen boekwinkel te beginnen ontstond ergens in 2012. Ik had er wel eens eerder aan gedacht, maar zag toen voornamelijk beren op mijn weg. Daarnaast had – en heb – ik een groot gevoel van verbondenheid met AKO, waarvoor ik heel lang werkte. In mijn jaren op Schiphol en Amsterdam CS had ik bewezen dat ik goed was in het runnen van winkels, inkopen van boeken en het oplossen van alle problemen die je maar kon bedenken.
Een klant spreekt mij aan over mijn columns. Ze leest ze graag en moet er vaak om lachen. Ze heeft slechts één opmerking. Ik mag best wel eens schrijven dat Simon het gezicht van de winkel is. Ze heeft in het verleden wel eens een aanvaring met hem gehad, maar hij werkt er al zo lang dat hij wat vaker genoemd mag worden.
'Man, man, man…. Wat heb ik mij vergist'. Een vaste klant komt de winkel binnen en loopt naar mij toe. 'Dat boek dat je mij hebt verkocht. FANTASTISCH.' Hij kijkt mij aan alsof hij mij wil zoenen en ik doe automatisch een kleine stap achteruit. Hij is een van onze meest geliefde klanten, maar dat heeft zo zijn grenzen.
Een vrouw komt de winkel binnen en zodra ze over de drempel stapt begint ze theatraal te zuchten. Ze kijkt wanhopig om zich heen en roept hardop dat ze het niet kan vinden. Ze kijkt naar de toonbank waar Simon en ik allebei bezig zijn met het helpen van klanten, haar wel zien en horen, maar verder niet reageren op haar duidelijke smeekbede om aandacht.
'Dag meneer, ik zie dat u de boeken van Harry Potter verkoopt?' Een man met een rollator staat voor de toonbank. Wij verkopen inderdaad de boeken van Harry Potter. Zowel de Nederlandstalige als de Engelstalige. 'Klopt, meneer,’ is dan ook mijn antwoord. 'Mijn dochter wil ze graag lezen, maar zij vroeg zich af u ook linkshandige edities heeft. Ze heeft nogal moeite met gewone boeken.'
'Wat is volgens jou nóg mooier dan boeken, ouwe lettervreter?' Met die vraag komt een vaste klant de winkel binnen. We maken doorgaans een dolletje als we elkaar spreken, al koopt hij nooit een boek. Hij is meer van de tijdschriften. Ik zie dat hij denkt dat hij mij klem heeft en mogelijk geen antwoord krijgt.
Ik was gek op mijn moeder. Altijd geweest. Het was dan ook een schat van een mens. Met veel gevoel voor humor. De oudste dochter in een gezin van acht kinderen die allemaal zijn geboren in de Amsterdamse Pijp. Mijn opa had een melkwinkel in de Frans Halsstraat en huurde later voor mijn ouders een woning in de Eerste Jacob van Campenstraat. Daar ben ik geboren.
'Wat is er nou zo mooi aan boeken?' Een simpele vraag van een klant die bij ons zijn tijdschriften koopt. Hij leest mijn columns en hoort mij soms vol passie over boeken praten. Zelf heeft hij er niets mee. Boeken. Wel met lezen, maar dan voornamelijk week- en maandbladen.
Soms loop ik in een drukke winkelstraat en passeer ik een lokale boekhandel. Vaak groter, mooier en indrukwekkender dan mijn beperkte buurtwinkel. Vergis je niet: ik ben blij met mijn boekwinkel in Almere-Haven en trots op het feit dat wij ieder jaar flinke stappen maken.
De laatste weken van 2022 kwamen er regelmatig mensen mij vertellen dat ze het artikel in De Telegraaf hadden gelezen. Sommige bleken het te hebben uitgeknipt om het mij te overhandigen, voor het geval ik het zelf misschien had gemist.
In loondienst heb ik honderden totaal nutteloze vergaderingen meegemaakt. Vergaderen om het vergaderen. Volgens mij heb ik er nog nooit één meegemaakt waar knopen werden doorgehakt. Waar structurele veranderingen uit voortkwamen. Waar je iets aan had.
Ik krijg op een stormachtige en zeer natte donderdagochtend twintig dozen met boeken binnen. Het is pas acht uur ’s ochtends en de bezorger parkeert zijn auto vanwege het slechte weer gewoon in de winkelstraat voor mijn deur. Gelijk heeft hij. Nadat hij de dozen bij het kassablok heeft gezet, maak ik de eerste doos open
'Het lijkt mij moeilijk om boeken te moeten inkopen. Welke neem je wel en welke niet? Er verschijnt iedere week zo ontzettend veel.' Een vaste klant kijkt mij aan alsof ik eigenlijk een soort raketgeleerde ben die iedere week het onmogelijke weet te presteren.
'Waar staan bij u de boeken over zweefvliegtuigen?' Een man kijkt mij aan alsof hij verwacht dat er in mijn winkel minimaal twee kasten te vinden zijn met de mooiste boeken over zijn favoriete onderwerp. Ik moet hem teleurstellen. Sterker nog, er gaan soms dagen voorbij dat ik geen seconde denk aan boeken over zweefvliegtuigen.
Laatst vroeg iemand waarom ik mij heb aangesloten bij The Read Shop. Waarom geen Bruna of Libris? Of gewoon boekhandel Eric Herni?
Ergens in 2013 werd ik benaderd door CustomerFactory in Den Haag of ik interesse had om een boekwinkel in Almere over te nemen. Ik had in Den Haag een prettig gesprek met Iman Smallegange en kreeg na afloop een folder mee van The Read Shop. Ze konden mij niet vertellen om welke winkel het ging, maar het verhaal zat goed in elkaar.
Buiten is het koud en binnen in de winkel is het niet veel warmer. De deur is dicht, de kachel doet zijn best maar weet nog niet of hij de strijd gaat winnen. Het klopt ook niet helemaal dat de deur dicht is, want de stroom klanten die de winkel in- en uitgaan is in de laatste twee weken voor kerst groter dan normaal. De kou heeft dus alsnog vrij spel.
Na maandenlange problemen met het CB lijkt er inmiddels een lichte verbetering zichtbaar te zijn. Al twee weken krijg ik op woensdag mijn boeken weer uit Culemborg. Eindelijk weer die vertrouwde vrachtwagen en geweldige chauffeurs. Misschien is het toeval maar voorlopig tel ik mijn zegeningen.
Op een woensdagochtend komt een vrouw de winkel binnenstormen. Ik herken haar als een lezer van fantasy die ik al een aantal keer een boek heb aangeraden. 'Man, wat heb je mij aangedaan?', roept ze naar mij.
Een vrouw komt met een boek naar de kassa en kijkt gehaast om zich heen. 'Mijn zoontje loopt ook ergens rond, maar ik wil graag dit boek van Boer Boris over Sinterklaas. Kan je dat inpakken en in een zakje doen voordat hij hier bij de toonbank staat?' Ik heb natuurlijk al vaker met dit bijltje gehakt en pak het boek zo snel mogelijk in. Sinterklaasstress.
'Ik zoek een boek dat jullie vast niet hebben.' Een man staat voor de toonbank met een briefje in zijn hand. Ik vraag om welk boek het gaat. Hij pakt het briefje wat steviger vast en ademt een extra hap zuurstof naar binnen. 'Nino Hara…. tisch….. wili,’ dreunt hij tenslotte op. 'Of iets in die buurt.’
Voor de derde en laatste keer een column over het Centraal Boekhuis en hun onwil om boeken te bezorgen.
'Hé, een boekwinkel. Zullen we even naar binnen gaan?' Een jong stel loopt langs de etalage en terwijl de man meteen naar binnen wil, zet de vrouw spontaan haar hakken in het zand.
De dreiging van corona, de crisis die aangewakkerd blijft worden door de oorlog in Oekraïne, verder oplopende energieprijzen, een WK voetbal in Qatar die precies in die belangrijke dagen voor kerst gespeeld gaat worden. Gaan mensen dan nog wel winkelen? Het hield mij allemaal behoorlijk bezig in de strijd om als boekwinkel te overleven, nadat twee jaar van gedwongen sluiting rondom de kerstdagen bijna alle financiële reserves heeft doen verdampen.
'Als je er niet meer onderdoor kon, gingen sommige reizigers op de vloer liggen om door de laatste millimeters van het naar beneden zakkende rolluik te vragen of wij het laatste boek van Mart Smeets nog hadden liggen.'
Zelfstandig ondernemer zijn is kiezen voor vrijheid. Niemand die je zegt wat je wel of niet moet doen. Zelf beslissen. Geen onzinnige en geestdodende vergaderingen meer. Of nutteloze functioneringsgesprekken. Alles organiseren zoals jij denkt dat het uiteindelijk het beste is.
Een vrouw komt om vijf uur ’s middags de winkel binnen en loopt naar de toonbank. Het is vrijdag en de Kinderboekenweek is net drie dagen bezig. Ze legt een aantal velletjes papier op de toonbank, samen met een schaar, een balpen en een envelop.
Hieronymus Bosch. Niet de beroemde Nederlandse schilder van satirische voorstellingen maar de rechercheur uit Los Angeles. Harry Bosch. Afdeling moordzaken.
Woensdag 5 oktober. De start van de Kinderboekenweek. Ongeduldig wachten wij op de levering van de boeken. De Gouden Griffel zit daar namelijk bij. En meerdere jeugdboeken. Veel klantbestellingen. We leven tussen hoop en vrees, want het CB heeft het weer druk met kledingwinkels en parfumerieën.
'Meneer, ik heb een pakket dat verzonden moet worden met GLS. Kan dat hier? Het is al betaald.' Een man staat met een enorm pakket voor de toonbank en is duidelijk blij dat hij het even op de grond kan zetten.
Ik zit op mijn gemakje op de bank bij de bushalte van het Stadhuisplein. De zon schijnt lekker en niet al te krachtig en de bus naar Almere-Haven laat nog vijf minuten op zich wachten. Een vrouw met een stapel folders komt naar mij toe. Ik zucht diep en zie ondanks het prachtige weer de bui alweer hangen.
Een man komt buiten adem naar de toonbank gelopen. 'Ik heb heel lang naar u gezocht,’ zegt hij tegen mij. Ik had werkelijk geen idee dat ik gezocht werd en ben met een boekwinkel in Almere-Haven mijns inziens ook niet zo héél lastig te vinden.
'Kan ik hier ook met bitcoins betalen?', vraagt een jongen bij de toonbank. 'Met crypto,' voegt hij er snel aan toe. Digitale munten. Extreem populair bij jongeren die er allemaal miljonair mee denken te worden. Een enkeling krijgt dat daadwerkelijk voor elkaar maar als ik de media mag geloven, raken gewone stervelingen er al hun geld aan kwijt.
Een vrouw komt naar de toonbank met een boek van Annie M.G. Schmidt. 'Floddertje'. Drie meter voor de toonbank blijft ze staan en bekijkt het boek aandachtig. Ze opent het, bladert er nadrukkelijk doorheen, doet het boek weer dicht en bekijkt nu ook de achterkant. Vervolgens zet ze de laatste stappen naar de toonbank. 'Meneer, we hebben een probleem.'
In 1988 verscheen ‘De Duivelsverzen’ van Salman Rushdie. Een zeer opzienbarende roman over het Islamitische geloof, welke de in India geboren auteur duur kwam te staan.
Toen ik op het Centraal Station van Amsterdam werkte, liepen daar een hoop vreemde mensen rond. Eén daarvan was Tante Sjaan. Een vrouw die om de één of andere reden aan lager wal was geraakt en bedwelmd door drank en drugs totaal niet meer aanspreekbaar was.
Twee keer per week kregen wij boeken binnen van het Centraal Boekhuis in Culemborg. Voor ons jarenlang dé momenten om naar uit te kijken.
'Een illusie om te denken dat Kluivert dat in een uurtje op Schiphol voor elkaar zou hebben gekregen.'
Een meneer loopt alle 25 bordjes voorbij waarop staat dat je bij ons alleen maar kan pinnen. Vanwege alle overvallen in Almere-Haven wil ik mijn medewerkers niet langer onnodig blootstellen aan het risico een pistool op hun hoofd te krijgen. Te veel winkels hebben het al meegemaakt en meerdere hebben hun deuren definitief gesloten.
Een mevrouw komt met een stapel boeken de winkel binnen en vraagt of ik ze wil inkopen met constipatie. “Pardon?”, vraag ik verschrikt. “Ah, wat bijzonder”, zegt ze meteen. “Dat kent u niet? Is heel normaal hoor binnen de boekenwereld. Constipatie.”
Ergens rond 1997 kwamen Carry Slee en Dagmar Stam hun geweldige kinderboeken signeren bij de bibliotheek van Almere-Stad. De oude bieb, achter de McDonalds, aangezien het huidige winkelcentrum – en de Nieuwe Bibliotheek – toen alleen nog bestonden in de tekenkamers van achteraf gezien niet bijster geïnspireerde architecten. Ik las het bericht in de lokale krant en besloot met mijn zesjarige zoon naar de signeersessie te gaan.
“Heb je voor mij een boek? Kan mij niet schelen welk boek.” Een man komt bij de kassa en ik denk dat ik hem niet goed heb verstaan. “Pardon?”, zeg ik dan ook.
In februari 1995 overleed mijn oom Gerard, een jongere broer van mijn vader. Ik kende hem van verjaardagen maar had niet of nauwelijks contact. Niet met hem en ook niet echt met de rest van de familie van mijn vader.
Een ouder echtpaar loopt al een tijdje door de winkel. Ze zijn op zoek naar een boek maar kunnen het blijkbaar niet vinden. Ik hoor ze een beetje kibbelen tegen elkaar.
“Hebben jullie de serie Heartstopper? In het Engels.” Een moeder staat met haar tienerdochter bij de toonbank. Ik vertel dat ik de hele serie op voorraad heb. “Fantastisch”, roept de moeder enthousiast. “Mijn dochter is gay en wil het graag lezen.” Haar dochter verschiet van kleur en wil het liefst door de grond zakken.
Als het goed gaat met een groot bedrijf zijn er soms snoepreisjes voor mensen met een hogere functie. Dan gaan twee leidinggevenden bijvoorbeeld naar Hong Kong om te kijken wat de juiste kleur is voor een boekwinkel. Zelf ben ik twee keer gevraagd om met een kleine delegatie naar Londen te gaan om daar boekwinkels te bekijken. Inspiratie op te doen.
Van alle jeugdboeken in mijn winkel verkopen de Young Adult titels verreweg het minst. Mel Wallis de Vries en Carry Slee doen het aardig maar voor de rest is het ploeteren, zeker vergeleken met de boeken voor 7-10 jaar.
In de winkelstraten van Nederland openen steeds meer retailers hun bedrijf. Voornamelijk ondernemers met – volgens de overheid – essentiële producten, zoals drank en etenswaren. Alle winkels die niet zo heel belangrijk waren tijdens de lockdowns, zoals schoenwinkels, boekwinkels en kantoorboekwinkels, dreigen langzaam maar zeker uit het straatbeeld te verdwijnen.
Nu mijn boekenomzet fors stijgt en ik door mijn columns blijkbaar een bekende boekverkoper ben geworden, komen er steeds meer uitgeverijen mijn kant op. Almere-Haven staat op de literaire landkaart van Nederland. Ik hoor er bij, uitgeverijen vinden mijn winkel interessant en ik krijg de ene mooie aanbieding na de ander.
Op de maandag nadat André Weesman op 64-jarige leeftijd – voor mij – totaal onverwachts kwam te overlijden, hoorde ik het trieste bericht via Mona Klein. Een geliefd oud-collega uit mijn jaren bij AKO. Het sloeg in als een bom.
“Wat heb je toch een vervelende boekwinkel”, zegt een klant helemaal uit het niets tegen mij. Hij liep al een tijdje door mijn winkel te struinen en komt nu met drie boeken naar de kassa. Ik kijk hem met enige verbazing aan. “Is dat zo?”, vraag ik hem. “Zelf ben ik er wel redelijk tevreden mee, maar we kunnen altijd leren en ons verbeteren.”
Wie had ooit durven dromen dat Bobbi Eden bekend zou worden van het haken? Ik moet eerlijk bekennen dat ik nog nooit van haar had gehoord, tot haar eerste boek op de markt verscheen.
Vorige week kreeg ik via een goede vriend te horen dat ik voor het tweede jaar op rij ben genomineerd voor de titel van Boekverkoper van het Jaar. Ik sta althans, met achttien voor mij onbekende collega’s, op de longlist.
Onlangs was er een voetbalwedstrijd tussen Nederlandse en Duitse boekverkopers. Een jaarlijkse traditie en voorgaande wedstrijden werden gespeeld tegen teams uit België en Frankrijk.
Je eerste liefde. Dat is het thema van de 87e Boekenweek. Er zijn veel boeken over geschreven, de één nog mooier dan de ander.
“Meneer, ik zoek een boek voor mijn zwager in Almere maar ik heb er de ballen verstand van.” Een man van ongeveer mijn leeftijd kijkt mij vragend aan. “Hij is gek op voetballen maar in onze familie is niemand voor Ajax. Daar heb je genoeg boeken van staan, zie ik. Heb je ook iets over Feyenoord? Of misschien een spannend boek? Dat leest hij ook wel eens, volgens mijn zus.”
Geïnspireerd door NBD Biblion heb ik besloten een programma te ontwikkelen welke in staat is om hoogstaande recensies te schrijven voor Nederlandse bibliotheken.
Ik neem over het algemeen ’s ochtends de bus naar mijn werk. De dienstregeling is in Almere vrij betrouwbaar en meestal gaat er om de paar minuten een bus. De verbinding naar mijn boekwinkel in Almere-Haven is uitstekend, met een korte overstap bij het station van Almere-Stad. Binnen het half uur ben ik doorgaans op mijn werk.
In mijn tientallen jaren in loondienst ben ik nooit goed geweest in vergaderingen. Over het algemeen vond ik het zonde van mijn tijd.
Alles is weer open. Horeca, evenementen: noem het maar op. Omikron is bijna verslagen. Hopelijk heeft het kabinet ervan geleerd en zijn ze in de aankomende decembermaand wat minder snel met het sluiten van zogenaamde niet-essentiële winkels. Volgens mij is het nu meteen de hoogste tijd voor het boekenvak om actie te ondernemen en ervoor te zorgen dat wij nooit meer het kind van de rekening worden.
Spraakverwarring kan soms best wel grappig zijn. Astrid werkte ooit bij AKO op het Centraal Station van Amsterdam. Daar liepen een hoop vreemde mensen rond die vaak alleen op dat soort locaties te vinden zijn.
Een boekhandelaar staat in zijn winkel te praten met een gelijkgestemde liefhebber van zwaar literaire romans. 'Heb jij dat boek gelezen van die auteur uit Peru? Zo mooi geschreven. Het lijkt te gaan over een jongen die zijn ouderlijk huis wil verlaten nu hij volwassen is, maar dat is een metafoor voor de huidige maatschappij. De angst om dezelfde fouten te maken als je vader.'
Woensdagochtend. De wekker ging om 05:00 uur af en een uur later zit ik in de bus naar Almere-Haven. Zoals meestal zitten de andere reizigers allemaal geestdriftig op hun mobiele telefoons te tikken. Berichtjes lezen, spelletjes spelen.
Toen ik – vele jaren geleden – voor de detailhandelsschool stage moest lopen in een winkel, kwam ik terecht bij de boekhandel van de familie Omta op de Bos en Lommer van Amsterdam. De winkel die later als De Nieuwe Boekhandel werd overgenomen door Monique Burger en vandaag de dag door het leven gaat als een coöperatie.
Het is woensdag 22 september 2051. Met mijn looprekje schuifel ik voorzichtig door de Marktstraat van Almere-Haven. Astrid rijdt rustig naast mij in haar splinternieuwe scootmobiel. We zijn op weg naar de boekwinkel die jarenlang van ons is geweest.
Maandagochtend. Wij zijn net een kwartiertje open. Het weekend hangt nog een beetje in de lucht. Buiten begint het alweer zachtjes te regenen en op straat is het redelijk uitgestorven. Het is nog vroeg. Als ik voetstappen in mijn winkel hoor, ontwaak ik uit mijn gedachten.
Als het kabinet echt gaat kiezen voor winkelen op afspraak dan heb ik bijna geen andere keus meer dan over vier weken de helft van mijn personeel te ontslaan.
Alle modellen waar het OMT de huidige lockdown op heeft gebaseerd zijn niet uitgekomen. De IC’s in Nederland stromen leeg en op een bevolking van zo’n zeventien miljoen inwoners liggen er 419 op de intensive care. 419…
Het moment nadert dat iedereen zijn of haar schouders gaat ophalen als een winkelier weer gaat klagen over de oneerlijke lockdowns. “We weten het nu wel. Schrijf eens iets gezelligs…”
Dan Brown is er een meester in. Jeroen Windmeijer inmiddels ook. Boeken schrijven over geheime genootschappen die de macht wereldwijd ongemerkt in handen hebben.
Het grootste deel van mijn jeugd bracht ik door met Peter Gijsen, Leo van Straaten en Martin de Grefte. We groeide op in het Geuzenveld van de jaren zestig en zeventig en waren – zoals dat heet – onafscheidelijk.
Jeroen Windmeijer is een auteur in opkomst. De Nederlandse Dan Brown werd hij genoemd, maar die kreet heeft hij inmiddels niet meer nodig.
Het kabinet heeft vorige week besloten dat boekwinkels om 17:00 uur moeten sluiten. Ik zag het van tevoren somber in, had al dagen buikpijn, maar na het horen van de ‘keiharde maatregelen’ kan ik alleen maar opgelucht ademhalen.
“Dag meneer, heeft u voor mij weer een pakje A5 enveloppen met venster?” Een mevrouw staat bij de kassa en heeft haar pinpas al in de aanslag. “Doe meteen maar vijf pakjes”, zegt zij er direct achteraan.
Vandaag ben ik jarig. 26 november 2021. Een eeuwigheid geleden werd ik geboren in de Amsterdamse Pijp. De 1e Jacob van Campenstraat, een zijstraat van de Ferdinand Bol en vlak bij de toenmalige Heineken Brouwerij.
Het is november, de blaadjes vallen van de bomen, je merkt dat het kouder aan het worden is, de regen valt soms met bakken naar beneden en de overheid heeft de eerste lockdown in werking gezet. Kort samengevat: het is herfst.
Ergens in 1986 werd ik door AKO gevraagd om de drie winkels op het Centraal Station van Amsterdam te runnen. Ik was filiaalhouder van de kantoorboekwinkel op de Ferdinand Bolstraat en had totaal geen ervaring met iets zo groot als het Centraal Station. Een kantoor, een magazijn en meer dan dertig medewerkers. Bijna altijd open.
De mooiste plek waar ik ooit heb gewerkt is het Centraal Station van Amsterdam. Ergens in 1986 werd ik door Henk Vuijst van AKO gevraagd of ik de kantoorboekhandel op de Ferdinand Bolstraat wilde verruilen voor de drie winkels op het grootste en meest iconische station van Nederland. Dat had ik niet zien aankomen.
Eind jaren tachtig begon ik met de boekensite Thrillers & Detectives. De allereerste website voor en over het spannende boek. Voornamelijk een database met auteurs en de door hun geschreven boeken. De tekst van de achterflap en nog wat relevante informatie. Bij de meeste boeken gaf ik een sterrenwaardering en soms een korte recensie. Internet bestond nog maar een jaar en er was nog niet veel op te vinden.
Het heeft bij mij enige tijd geduurd voordat ik serieus begon te lezen. In mijn jeugdjaren las ik wel, maar niet fanatiek.
Wat in te kopen? Boeken? Wenskaarten? Tijdschriften? Om te overleven is het antwoord simpel: de producten waarmee een boekhandel geld verdiend.
Tijdens de zomervakantie is het bij ons altijd vrij rustig. Zeker als het zonnetje begint te schijnen en de mensen die (nog) niet op vakantie gaan lekker in de tuin of op het balkon kunnen zitten. In deze weken passen wij onze openingstijden doorgaans ook iets aan. Het heeft geen zin om al om 08:00 uur de deuren te openen.
Paul Goeken zou vandaag 59 jaar zijn geworden. Ieder jaar probeer ik de herinnering aan hem levend te houden. Een taak waartoe ik mij verplicht voel. Hij had voor mij hetzelfde gedaan. Paul was het pseudoniem achter Suzanne Vermeer. Een geweldige vriend, een fantastische vader voor zijn drie kinderen en de liefhebbende echtgenoot van ‘zijn’ Annemiek.
Na het lezen van '‘t Hooge Nest' en – recent – 'Brieven aan ’t Hooge Nest' van Roxane van Iperen ontkom ik niet aan sombere overpeinzingen.
Twee dames van – volgens mij – ver in de tachtig wandelen met hun rollator de winkel binnen. Stapvoets. Voorzichtig. Ze komen twee keer per week om wenskaarten te kopen en af en toe een boek. Het zijn vaste klanten, mogelijk al van ver voordat ik de winkel in 2013 heb overgenomen. Een van beide is vroeger lerares geweest en dat is nog altijd een beetje te merken.
Zes jaar lang heb ik van Patrick afgekeken hoe je met andere mensen moet communiceren.
Hoewel ik vrijwel alle genres lees die er bestaan, grijp ik in de regel het meest naar een thriller. Oók Nederlandstalige thrillers.
Het was op een donderdagmiddag dat ik hoorde dat mevrouw de Vries was overleden. Een donderdag. Jarenlang de vaste dag voor haar om onze winkel te bezoeken. Meestal op de fiets. Bijna altijd met de stoffen, groene tas van The Read Shop die ze ooit van ons had gekregen.
"Ik kom een boek ruilen”, zegt een jongen van een jaar of zestien. Hij grijpt zo nonchalant mogelijk naar de binnenzak van zijn jas en tovert een inmiddels behoorlijk beschadigd pocketwoordenboek tevoorschijn. “Ik heb hem niet nodig”, zegt hij.
Voor het twaalfde jaar op rij komt Stichting Elspeet met de verkiezing van Boekverkoper van het Jaar. De winnaar krijgt de felbegeerde Albert Hogeveen Bokaal, vernoemd naar een bekende en bijna legendarische boekverkoper die na 34 jaar trouwe dienst een aantal jaar geleden tijdens een reorganisatie het veld moest ruimen.
Een aantal jaar geleden las ik het debuut van Bart Chabot. 'Triggerhappy'. Ik vond het niet best. De schrijfstijl sprak mij aan maar het verhaal zelf was van een bedenkelijk niveau. Althans…. Dat vond ik. Voor wat het waard is.
“Meneer, ik zoek dat laatste boek van ….. goh, hoe heet ze ook alweer?” Een mevrouw in de winkel kijkt mij wanhopig aan. “Ze was een paar weken geleden op televisie.” Veel meer informatie heeft ze niet. Een boek van een vrouwelijke auteur die weken geleden op televisie was.
“Kan ik bij u pinnen?” Een vrouw met bijna lichtgevend paars haar kijkt mij wanhopig aan. Ik vraag mij in een fractie van een seconde af hoe je op een ochtend wakker kan worden en dan denkt dat het een goed idee zou kunnen zijn om de komende weken met een paars hoofd rond te lopen. Ik vertel haar echter dat ze bij ons gewoon kan pinnen.
Ik heb niet zo heel veel herinneringen aan mijn eerste jaren op de lagere school. Ik woonde in Geuzenveld en zat op een lagere school die inmiddels niet meer bestaat. In de derde klas had ik een juffrouw die een vogelkooitje bij haar bureau had staan en een jaar daarvoor was er een juffrouw Uphof.
“Zijn jullie gestopt met de verkoop van sigaretten?” Een jongen van een jaar of twintig kijkt mij met verbijstering aan. “Waar moet ik ze dan kopen? Ik kom altijd hier!” Ik moet moeite doen om niet te lachen. Wij zijn inmiddels al meer dan een jaar geleden gestopt met de verkoop van tabak.
De lokale boekwinkel is bezig aan een opmars. Sterker dan ooit staan ze met hun voeten stevig in de aarde als hoeksteen van de gemeenschap. Een bruisend middelpunt binnen het buurtcentrum. Jarenlang moesten ze knokken om het hoofd boven water te houden. Werden ze binnen de boekenwereld niet serieus genomen.
“Die boeken van J.D. Barker zijn geweldig”. Een man komt zeer enthousiast de winkel binnen. “Ik heb ze gekocht op jouw aanraden en je had helemaal gelijk. Fantastisch.”
Eric Herni, eigenaar van The Read Shop Almere-Haven, schrijft een wekelijkse blog over zijn boekwinkel. Deze keer over signeersessies, Hetty Kleinloog en de boeken van Baantjer en Simon de Waal.
Soms kan ik helemaal gek worden van al die hardnekkige complottheorieën. Dat de aarde in werkelijkheid plat is. Dat Trump als president van Amerika bezig was om het grootste pedofielennetwerk ter wereld ten val te brengen, omdat die al jaren proberen om achter de schermen de macht te grijpen. Amerikanen geloven dat op zo’n grote schaal dat ze er zelfs het Capitool voor hebben aangevallen.
Boekenweek in juni. Het is een beetje als een hittegolf in december. Peppi zonder Kokki. Snip zonder Snap. Bassie zonder Adriaan. Vertrouwd, maar toch niet helemaal zoals het zou moeten zijn.
Een nieuwe roman van A.F.Th. van der Heijden is altijd iets om naar uit te kijken. Vooral als het een onderdeel is van de Tandeloze Tijd. Vorige week was het weer zover met het verschijnen van Stemvorken, deel acht in de legendarische serie.
Het is vreemd hoe je hersenen werken. Als er heftige dingen in mijn leven gebeuren dan denk ik altijd een fractie van een seconde dat ik straks even mijn moeder moet bellen.
Een man van een jaar of dertig komt de winkel binnen. Hij draagt een mondkapje met de afbeelding van een beroemd schilderij. Volgens mij iets van Edward Hopper. Hij loopt naar de tafels met romans en bekijkt op zijn gemak het aanbod boeken.
Ik ben de afgelopen maanden regelmatig in het nieuws geweest. Op de televisie, in de krant en op de radio. Veel publiciteit voor een boekwinkel in Almere-Haven. Het had allemaal te maken met corona, de lockdown en de gevolgen voor de boekwinkels in Nederland.
Steunpakketten. Misschien wel hét woord van het jaar. Iets wat heel mooi klinkt maar in werkelijkheid niet lijkt te bestaan. Ik persoonlijk ken in ieder geval niemand die het heeft gekregen of het heeft mogen houden. Toch is er voor de boekwinkel plotseling hoop. Uitgeverij Xander heeft voor alle boekverkopers het ultieme steunpakket bedacht. In de week van Moederdag. Het zevende deel van de Zeven Zussen.
Het leukste onderdeel van mijn vroegere werk als manager van de boekwinkels op Schiphol was het inkopen van nieuwe boeken. Het doorspitten van fondslijsten van uitgeverijen en dan een selectie maken die geschikt was voor onze winkels.
Boekwinkels zijn maar een suffe en stoffige bedoening. Dat beeld komt althans vaak naar boven in films en tv-series. Ook in de echte wereld denken veel mensen dat de boekwinkel een soort anachronisme is. Niet meer van deze tijd. Je leest boeken op je tablet of telefoon. Als je met de trein of vliegtuig moet dan kan je ook voor een luisterboek kiezen. Waarom in hemelsnaam met zo’n stapel papier in je handen?
21 april, kikker in je bil. Het kwam een beetje over als een 1 april-grap. Een hele slechte, bleek achteraf. De aankondiging van het duo Rutte en De Jong dat er versoepelingen in aantocht waren.
Een man in een keurig pak en bijpassende stropdas staat bij de boeken te kijken. Hij heeft een afspraak gemaakt om even te kunnen winkelen. Af en toe pakt hij iets op en leest de achterkant van het boek. Vooral de romans hebben zijn belangstelling.
Wouter komt met zijn moeder de winkel binnen. Tot voor kort wist ik niet wie Wouter was. Tot hij een keer met Daphne naar de winkel kwam en zij vertelde dat hij naast haar woonde en niet zo gek is op lezen. Hij speelt liever spelletjes op de Playstation.
Beste Mark, Excuus dat ik zonder eerdere aankondiging begonnen ben met tutoyeren, maar we corresponderen nu al een tijdje en ik vond dat de tijd nu wel rijp was. Ik geef toe, het is een beetje een vreemde briefwisseling. Ik schrijf en jij zwijgt.
Inmiddels is mijn winkel al meer dan vijftig werkdagen gesloten voor het winkelende publiek. Alleen voor PostNL en bankzaken mogen wij open. We rennen ons helemaal te pletter om alle online bestellingen af te handelen en voor een deel te bezorgen. Almere-Haven steunt haar boekwinkel op een hartverwarmende manier, maar toch komt het moment waarop wij het financieel niet meer gaan redden met rappe schreden dichterbij.
Daphne komt de winkel binnen, op de voet gevolgd door een mij onbekend jongetje. Ze lopen samen te giechelen en zonder iets te zeggen gaan ze naar de hoek met kinderboeken. Als een echte verkoopster laat Daphne hem allemaal boeken zien. Alsof ze hier al jaren werkt.
Een tijd terug schreef ik een open brief aan Mark Rutte. Om aandacht te vragen voor het feit dat de overheid had besloten dat ik mijn winkel twee weken voor kerst moest sluiten, maar dat ik ter compensatie vanuit Den Haag geen stuiver aan vergoeding kreeg. Ondanks dat Rutte en zijn compaan Hugo de Jonge in meerdere persconferenties deden voorkomen alsof iedere ondernemer recht had op financiële bijstand. Ik kreeg geen antwoord en geen geld. Helemaal niets. Doodse stilte.
Gisteren ging om half vier de deur van de winkel open en een man van tegen de zeventig kwam binnen. "Ik kom niets kopen", zei hij.
Ik werd woensdagochtend wakker en plotseling begreep ik het hele misverstand met de steunpakketten die de overheid zegt te hebben maar die zover ik weet nog geen enkele boekwinkel heeft ontvangen. Perceptie. Interpretatie. Een dag eerder had ik vol verbijstering naar de persconferentie van Rutte gekeken. De besmettingen nemen af maar zijn nog te hoog. Brexit of geen brexit, de Britse variant is in aantocht. Dus verlengen we de lockdown met drie weken, waardoor veel winkels nu geen vijf weken maar twee maanden de deuren moeten sluiten. Tussen de regels door kon je echter horen dat er een nog veel langere verlenging aan zit te komen. Geen weken maar misschien wel maanden.
Waarom krijg ik wel mailtjes van de KBb maar zie ik ze niet op televisie? Waarom is Stichting CPNB zo onzichtbaar?
Mijn winkel is al twee weken zo goed als gesloten. In plaats van de hoge omzetten die in december nodig zijn om als bedrijf te overleven, verdien ik momenteel met enkel een postbalie hooguit vijftig euro per dag.
Beste meneer Rutte, ik begon in oktober 2013 een boekwinkel in Almere-Haven, als derde eigenaar van de oudste boekwinkel van Almere in de eerste winkelstraat van deze nieuwe stad. De winkel was al enige tijd dicht toen ik de deuren kon openen en het was een enorme klus om de verloren klanten weer langzaam maar zeker terug te winnen.
Ik mag alleen maar open om postpakketjes te versturen en pakketjes uit te reiken. Bij het Kruidvat vrijwel naast mijn winkel staat een rij tot voorbij de busbaan.
Ik begrijp best dat er iets moet gebeuren, maar deze maatregelen snap ik toch niet helemaal.
Carel Bikkers was de eerste directeur van Audax die zich CEO liet noemen. De meeste van ons hadden daar nog niet eerder van gehoord maar vandaag de dag struikel je bijna over allerlei Amerikaanse afkortingen die iedereen duidelijk moeten maken hoe belangrijk de persoon in kwestie wel niet is. Chief Executive Officer. The Big Guy. Qua functie dan, want in lengte is Carel Bikkers niet zo groot.
Zonder dat ik het zag sloop Daphne de winkel binnen. Ze verstopte zich achter de lage wand met wenskaarten en vervolgens kroop ze naar de zijkant van het kassameubel. Toen ik mij half omdraaide naar de deur, sprong ze plotseling naar voren. Ik schrok mij het bekende hoedje.
Retail is detail. Een leuk rijmpje maar ook een harde waarheid. Retail is ook het bewaken van de grote lijnen. Het najagen en realiseren van dromen. Van vooruit kijken en de kansen grijpen wanneer die zich aandienen. Anno 2020 is het ook een ingeslagen weg waarop je bijna niet meer kan omkeren. Eenmaal begonnen moet je door, tot het bittere eind.
Ik loop van de supermarkt in het centrum van Almere-Haven naar mijn winkel. Een paar meter voor mij loopt een vrouw met een telefoon tegen haar oor gedrukt. Ze praat zo te horen met een vriendin, die door de luidspreker in het mobieltje bijna woord voor woord is te verstaan.
Een ouder echtpaar staat bij de boekentafels en kunnen overduidelijk niet vinden wat ze zoeken. Ze maken een beetje ruzie en praten harder dan normaal. 'Hoe heet dat boek dan?', vraagt de man geïrriteerd. 'Dat weet ik juist niet meer', is het antwoord. 'Hoe kan je het dan vinden?'
Een klant staat bij de kassa met een Voetbal International, de drie losse delen van de Rebound trilogie van Willem Asman en de gebonden Berlijnse Trilogie van Philip Kerr. 'Ik twijfel een beetje over die omnibus van Kerr', zegt hij, terwijl hij de boeken op de toonbank legt. 'Ik heb er wel eens iets over gehoord, maar ik ben niet zo’n liefhebber van boeken over de Tweede Wereldoorlog. Heb jij deze gelezen?'
Nadat ik een klant heb geholpen met het uitzoeken van een roman zie ik dat Daphne bij de toonbank staat. Het is altijd een plezier om haar te zien. Het meisje dat vastbesloten is om ooit mijn winkel over te nemen.
Geluk dwing je af. Het zou een uitspraak van Johan Cruijff kunnen zijn. Als hij het kon zou hij hem alsnog claimen. Het zal niet in alle gevallen waar zijn, maar soms lijkt het een waarheid als een koe.
Er bestaan mensen in Nederland die denken dat de landelijke coronamaatregelen die door het kabinet aan ons worden opgelegd, allemaal zijn verzonnen door de lokale boekwinkel. Ook in Almere-Haven leven er mensen in die veronderstelling en het zal ongetwijfeld in andere steden niet anders zijn.
'Hoi Astrid en Eric, het is Kinderboekenweek.' Daphne komt de winkel binnen en loopt direct na haar begroeting naar de kasten met jeugdboeken. Ik krijg nauwelijks de kans om iets terug te zeggen.
Op de tweede dag van oktober kreeg ik het geweldige bericht dat ik was uitgeroepen tot beste boekverkoper van Nederland.
Ik krijg een mevrouw bij de kassa die op zoek is naar een mooie roman. Ze heeft eerder deze maand Viktor van Judith Fanto en De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld gekocht. Twee prachtige boeken die duidelijk in de smaak zijn gevallen. Ze kijkt mij aan met een blik die verraad dat ze zich geen zorgen maakt over het volgende boek dat ik ga aanraden. Ik heb nog niets laten zien en mijn klant is al akkoord. Een mooi voorbeeld van het vertrouwen dat ze heeft in haar favoriete boekwinkel.
Ruim dertig jaar heb ik met veel plezier bij AKO gewerkt. In dat grote deel van mijn leven zat ik op prachtige locaties: Amsterdam Centraal Station en Schiphol. Het summum voor iedere boekverkoper. In al die jaren heb ik altijd mijn eigen plan mogen trekken.
Mijn grootste ergernis in de winkel zijn de stickers die uitgeverijen op hun boeken plakken. Vooral stickers waarop de prijs staat vermeld of die een of andere actie communiceren.
De meeste boeken die wij in Almere-Haven verkopen ontvangen wij via het Centraal Boekhuis. Bijna alle uitgeverijen gebruiken het enorme magazijn in Culemborg voor de opslag van hun boeken en van daaruit gaan enorme vrachtwagens het land door om boekwinkels te bevoorraden.
Jaren geleden kwam ik als frontman van een grote website over boeken in contact met Brian Freeman, een beginnende auteur uit het Amerikaanse St. Paul in de staat Minnesota. Hij woonde daar met zijn vrouw Marcia, maar kwam oorspronkelijk uit Chicago, Illinois.
Voor mijn winkel staat een stoepbord op straat. Het hoort er een beetje bij. Het geeft toch een beetje extra kleur en smaak aan een winkelstraat. Veel steden proberen zo’n stoepbord te weren. Die willen paal en perk stellen aan al die winkels die ook buiten hun pand proberen om de aandacht van klanten te trekken.
Ik kreeg in 1974 tijdens een training in Zeist, onder het oog van een woedende Rinus Michels, een aai over mijn hoofd van Johan Cruijff en ik heb nog steeds het steentje in mijn bezit wat hij daarna achteloos wegschoot voor de deur van de kleedkamers.
Ik heb in mijn leven slechts twee managementboeken gelezen. Iets over een stukje kaas en een boek over een ijsberg. Twee klassiekers die mij jaren geleden werden aanbevolen als boeken waar je wat van op kon steken. De titels zijn blijven hangen, maar voor de rest heeft het nauwelijks indruk op mij gemaakt.
Mijn opa van moederskant was een melkboer uit Friesland. Zelfstandig ondernemer. Samen met mijn oma had hij een melkwinkel in de Amsterdamse Frans Halsstraat. In de Pijp, vlak bij de Ferdinand Bolstraat. Schuin achter de Heineken brouwerij en vlakbij de stallen van waaruit ze met paard en wagen de tonnen bier naar de verschillende cafés brachten.
Net als iedere andere grote stad heeft ook Almere last van criminaliteit. Volgens mij niet zo erg als steden als Amsterdam, Rotterdam en/of Den Haag maar het bestaat wel degelijk.
Eén van mijn meest favoriete auteurs is ruim zes jaar geleden op 71-jarige leeftijd overleden. Kent Haruf. Geboren in Pueblo, Colorado en verantwoordelijk voor een klein maar geweldig oeuvre. Helaas zijn ze nauwelijks nog in een Nederlandse vertaling te verkrijgen.
Vaderdag is weer achter de rug. Voor een boekwinkel zijn dat belangrijke dagen. Voorafgaand aan die zondag. Net als de boekenweek, kinderboekenweek, spannende weken, Moederdag, Valentijnsdag, Sinterklaas en de kerstdagen.
Hoewel wij het nog niet helemaal beseffen, staat de retail mogelijk op de drempel van een geheel nieuwe periode. Ontstaan door de coronacrisis? Of alleen maar versneld? Terwijl het voor veel winkeliers nog niet eens de tijd is om achterom te kijken en de wonden te likken, zie je de contouren van een nieuw winkellandschap al voorzichtig verschijnen. Gedeeltelijk verscholen in een mist van onzekerheid.
Maart 2011. FC Den Haag-Ajax. Een spannende wedstrijd waarbij het vlak voor tijd 2-2 stond. Ajax leek twee punten te gaan verspelen op weg naar de landstitel. Drie minuten voor tijd werd het nog erger toen Timothy Derijck de 3-2 achter keeper Jeroen Verhoeven wist te krijgen. Nog dezelfde avond kreeg ik een berichtje uit Gran Canaria. Van Feijenoord-fan Paul Goeken.
Toen mijn moeder in haar laatste levensfase zat en door een afschuwelijke ziekte niet meer in haar eigen woning kon blijven, werd zij opgenomen in een hospice in Amsterdam-Noord. Ook mijn dementerende vader kon daar tijdelijk terecht.
“Ik heb bij jou toch die boeken van Arlidge en Adler-Olsen gekocht?” Een vaste klant staat voor mijn toonbank. Ik kan mij zijn aankopen inderdaad nog goed herinneren.
“Ik zoek een boek dat een beetje lijkt op die thrillers van Dan Brown. Spannend, met allemaal feiten die enigszins op waarheid berusten. Avontuurlijk en met een religieus tintje. Daar zijn er volgens mij niet zo heel veel van.”
Hij was een lieve man. Op leeftijd. Met kleine pretogen. Hij kwam in het begin lopend de winkel binnen om pakketten naar zijn zoon in Brazilië te versturen. Dozen van vijf kilo of meer. Met ingewikkelde douaneformulieren.
“Dit zijn werkelijk prachtige boeken, mevrouw.” Ik sta keurig op 1.50 meter afstand van een mevrouw die advies vraagt over de twee boeken van Téa Obreht die bij mij in de boekenkast staan. Het recente Achterland en het al iets oudere De tijgervrouw van Galina.
Van één van de grootste boekenexperts in dienst van AKO Schiphol heb ik geleerd dat boekenkasten een verhaal moeten vertellen. Een uitspraak die ik nooit ben vergeten en altijd heb proberen toe te passen.
“Eric! Eric! Ik heb goed nieuws!” Donderdagochtend, 09:30 uur. Daphne komt de winkel ingevlogen. Rode wangen van opwinding. Ze heeft hard gerend en is overduidelijk ergens heel erg enthousiast over.
Wat ben ik blij dat ik ooit voor een boekwinkel heb gekozen en geen restaurant, een café of een kapperswinkel ben begonnen. Voor dat laatste mag iedereen overigens blij zijn, want ik geloof niet dat ik voor het betere knipwerk ook maar enig talent bezit.
“Dag meneer, ik ben op zoek naar een bijzonder boek.” Een meneer die ik nog niet eerder in mijn winkel heb gezien, komt binnen en is op zoek naar een boek. Dat horen wij graag.
Meneer Brouwer was jarenlang een vaste klant. In het begin zocht hij in stilte zijn weg door onze winkel en kocht hij iedere week een krant of een tijdschrift. Regelmatig ook een boek.
“Meneer, ik zoek voor mijn twee kleinkinderen een boek, maar ik heb geen idee waar ik moet kijken of wat kinderen vandaag de dag lezen.” Een oudere vrouw komt naar mij toe voor hulp. Een oma die graag iets voor haar kleinkinderen wil kopen, die ze nu minder vaak ziet dan normaal. Kinderen zien hun oma en opa doorgaans graag maar andersom is die drang nog vele malen groter.
Maandagochtend, vijf minuten voor tien. Het winkelcentrum van Almere-Haven is stil en verlaten. De meeste winkels zijn nog gesloten en een aantal gaat voorlopig ook niet meer open. Hopelijk niet voor altijd. Het zijn fijne collega’s en ze werken net zo hard als wij.
Sommige mensen worden boos om niets. Juist in deze tijd waarin de wereld in brand staat en er vanuit de overheid duidelijke instructies zijn om het coronavirus het hoofd te bieden, zou je denken dat alle mensen in Nederland aan dezelfde kant staan. Dat er begrip is voor het feit dat niet alles gaat zoals het ging en dat we allemaal moeten samenwerken om een gezamenlijk doel te bereiken.
Na jaren van hard werken zonder noemenswaardige resultaten kwam vorig jaar het succes voor mijn boekwinkel in Almere-Haven. Vanaf maart kwam de wind in onze rug en aan het eind van het jaar kregen wij het voor elkaar om de beste decembermaand ooit te realiseren. Januari en februari van 2020 bleken ook records te verpulveren en de boekenomzet ging door het dak. Vaak een verdubbeling van vorig jaar en soms zelfs de beste week ooit. Waar ging dit eindigen?
Mevrouw De Waal, een vaste klant van onze winkel, loopt op de toonbank af met twee boeken in haar hand. De verzamelde liedjes en gedichten van Willem Wilmink – een bundeling die wij eigenlijk altijd op voorraad hebben – en De Bourgondiërs van Bart van Loo. Laatstgenoemde blijkt een cadeau te zijn voor haar schoonzusje in Amsterdam. “Die is gek van de schilderijen van Jan van Eyck en dit boek heeft ze nog niet. Ideaal voor haar verjaardag.”
Als retailer had ik het grootste deel van mijn werkzame leven weinig met de verkoop van jeugdboeken. Ik vond het leuk om ze af en toe te lezen. Dat wel. Met series als 'De Hongerspelen', 'De Grijze Jager' en de jeugdboeken van Jo Nesbø over Dr. Proktor heb ik mij bijzonder goed weten te vermaken. Ook Mirjam Mous, Rick Riordan en – meer recent – Natasza Tardio waren mij niet vreemd.
Soms weet je niet wat je meemaakt in je eigen winkel. Zes jaar lang hebben wij moeten vechten voor ons bestaan, waarbij kleine pieken en diepe dalen elkaar moeiteloos leken af te wisselen. Na een goede week was er de hoop dat het keerpunt was bereikt, maar een week later was de stijging in omzet alweer tenietgedaan.
Al sinds jaar en dag worden de thrillers – binnen een bepaald deel van de boekenwereld – niet serieus genomen.
Ook in Almere-Haven is het duidelijk te zien dat het de laatste jaren moeilijke tijden voor winkeliers zijn geweest. Veel winkelpanden staan leeg nadat een ondernemer al dan niet gedwongen het besluit heeft genomen zijn bedrijf te sluiten.
Foto: Alexis Brown op Unsplash - Gebruikt met toestemming Terwijl ik op een woensdagmiddag achter in de winkel een kast met jeugdboeken sta op te ruimen, komen een moeder en haar dochter naar mij toegelopen. Het meisje is acht of negen jaar en krijgt letterlijk een duwtje in haar rug. "Vraag het maar."
In mijn winkel lagen vrijwel alle boeken altijd op tafels. Alleen voor de jeugdboeken hadden wij een aantal kasten in gebruik. Als boekenman vond ik het jammer dat er geen ruimte was voor oudere titels. Voor klassiekers. Of voor genres waar geen stapels van werden verkocht maar waar wel degelijk een publiek voor was.
Het bezitten van een eigen winkel is over het algemeen een feest. Natuurlijk zijn er genoeg problemen, maar het leven is nu eenmaal niet perfect. Over het algemeen overheerst het gevoel van trots dat je toch maar even een prachtige boekwinkel hebt en dat je daar niet alleen jezelf maar ook heel veel andere mensen blij mee maakt.
Vorig jaar kwam een man mijn winkel binnen die enige tijd langs de thrillertafels liep en een beetje wanhopig een paar boeken oppakte en de achterkanten las. Hij was duidelijk op zoek naar een boek maar had geen idee welke hij moest kopen. Ik liep op hem af en vroeg of ik misschien kon helpen. ‘U komt als geroepen’, was zijn reactie.
Geen enkele ondernemer kan het alleen. Hoe goed je ook bent, je hebt altijd andere mensen nodig. Een boekhouder, een accountant, collega’s… Voor mij geldt dat uiteraard ook en de belangrijkste persoon binnen mijn leven als retailer is mijn vriendin Astrid.
Vanaf de opening van mijn winkel verkopen wij tabak. De vorige eigenaar deed dat niet en verkocht ook geen loterijen. The Read Shop organisatie gaf echter het advies om het wél te nemen en dus zit het in mijn assortiment. Feit is dat zowel tabak als loterijen voor veel inloop hebben gezorgd. Tot op de dag van vandaag zijn er echter klanten die hun boek bij de kassa afrekenen en dan zien dat wij nu 'opeens' sigaretten verkopen. 'Al voor het zevende jaar op rij, mevrouw....' Nee, dan had ik dat vast wel eerder gezien.
Ik denk dat er in het boekenvak veel meer te juichen valt dan wij als (kleinere) ondernemers beseffen. We zitten vaak gevangen in de waan van de dag, laten de problemen die er altijd zijn soms de overhand krijgen en zien dan niet altijd meer wat er allemaal wél geweldig is.
Na ruim vijfentwintig jaar eindverantwoordelijk te zijn geweest voor het commerciële en operationele deel van de drie boekwinkels op het Centraal Station van Amsterdam en de achttien boekwinkels op de luchthaven Schiphol nam ik tijdschriften als iets vanzelfsprekends. Die gingen gewoon in enorme aantallen over de toonbank. Op Schiphol zelfs in waanzinnige aantallen.