Het is zo stil
Ralph Aarnout | 26 januari 2024Welk boek ga ik vertalen als ik mijn huidige klus klaar heb? Ik weet het even niet. Misschien wel een tijdje géén boek. Het zijn wonderlijke tijden in de literaire vertaalbranche.
Welk boek ga ik vertalen als ik mijn huidige klus klaar heb? Ik weet het even niet. Misschien wel een tijdje géén boek. Het zijn wonderlijke tijden in de literaire vertaalbranche.
Zo, het wordt tijd mijn stage af te ronden. Na het heerlijke geploeter om tot een manuscript en vervolgens tot een boekje te komen, heb ik de afgelopen weken voor vertegenwoordiger, publiciteitschef en jongen van de postkamer mogen spelen. Best een gedoe hoor, een boek uitgeven.
Zo, hèhè, de bestanden zijn naar de drukker. Was me dat een bevalling! Even tijd om uit te blazen. Maar ik mag niet verslappen, want ik ben nog maar halverwege mijn stage. De afdelingen acquisitie, redactie en productie heb ik gehad, nu zijn de afdelingen verkoop en promotie aan de beurt.
Ik kan niet wachten tot ik Leeuwenhart, de nieuwe roman van de Oostenrijkse schrijfster Monika Helfer in handen heb. Ik vertaalde het boek al een tijd geleden, uitgeverij Wereldbibliotheek hield het achter de hand om het op een gunstig moment te publiceren. En dat breekt nu bijna aan.
Welk boek ga ik vertalen als ik mijn huidige klus klaar heb? Ik weet het even niet. Misschien wel een tijdje géén boek. Het zijn wonderlijke tijden in de literaire vertaalbranche.
Afgelopen maand werd er een opmerkelijk bedrag op mijn rekening bijgeschreven. Ik had het waarschuwende sms’je dat mijn bank me erover stuurde nog niet gelezen, of ik opende met grote ogen en wild kloppend hart mijn bank-app, waar ik ontdekte dat mijn plotse rijkdom afkomstig was van de Lira.
Sorry mensen, ik kon het niet laten. Ik móest even orde op zaken stellen, ik kon het niet aanzien hoe slordig de Pfeijffers, de Bronwassers en de Van Dissen opgestapeld lagen. En bij de vertaalde fictie had een storm gewoed, leek het wel.
Aan het eind van het jaar raak ik soms verstrikt in goede voornemens. Minder snoepen, meer sporten: de bekende oliebollenwroeging. De echte goede plannen komen in de zomervakantie. Ook dit jaar weer.
Deze zomervakantie strandde mijn oudste dochter in Harry Potter. De eerste vier delen waren razend spannend, maar in deel vijf stonden haar te veel moeilijke woorden. Ze snapte niet meer wat ze las, besloot ze. Met een spijtige blik zette ze het boek terug in de kast. De frustratie. Zo’n fantastische serie – en dat je hem dan niet kunt uitlezen!
Heeft er iemand een glaasje water? Een krukje om even op te zitten? Ik heb net een vertaling af, ik ben wat duizelig. Vier maanden ben ik van de wereld geweest, heb ik rondgezwommen in verhalen over de Republiek van Weimar. Mooie, meeslepende verhalen, over… over…
Laat ik meteen toegeven: ik ben zelf ook niet vrij van zonden. Ik heb een harde schijf vol ‘gevonden’ muziek. Van lang geleden, uit de tijd vóór Spotify. Als ik iets voorbij hoorde komen op de radio of iets las over een interessant album, wist ik dat vaak wel op te snorren op een peer-to-peer site of in een nieuwsgroep. Ja, ook ik ben een dief.
Ik baal ervan dat ik zo vaak aan Tommy Wieringa denk. Niet uit aanbidding of afkeer van zijn werk, want dat ken ik niet goed, maar om een anekdote die ik eens over hem las. In Boekblad misschien wel.
Hij groeit op in armoede, als onwettig kind van een dienstmeid. De slimste jongen uit de streek is hij, een veelbelovende jongen. Maar kort voor hij eindexamen zal doen, wordt hij onder de wapens geroepen en voor Hitler naar het oostfront gestuurd. Hij keert terug met een houten been en een trauma en zal de rest van zijn leven zwijgen over zijn ervaringen aan het front. Hij trekt zich terug tussen zijn boeken.
Lang, lang geleden vertaalde ik voor de opera in Brussel het libretto van de Gurrelieder, een opera van Arnold Schönberg. Ik kon de opvoering niet bijwonen, maar kreeg een liefdevol uitgegeven, drietalig libretto thuisgestuurd. Ik gaf het een ereplaats in mijn boekenkast en vermeldde de klus prominent op mijn website. Ik was beginnend vertaler en apetrots op mijn werk.
Op een woensdagmiddag dat ik het goed met mezelf voorhad, deed ik het gewoon. In een impuls. Ik had er eigenlijk het geld niet voor, maar de zon scheen, het belletje van de winkel tingelde vrolijk en ik zag meteen bij binnenkomst al allemaal belangrijke en begerenswaardige boeken staan.
Vertalen is het heerlijkste wat er is, maar het is jammer dat je er zoveel leeswerk aan hebt. Ja, serieus! Na amper een dag werken dansen de letters en de ideeën me vaak voor ogen en gaat het besturingssysteem in mijn bovenkamer in de sluimerstand. Van lezen komt in de avonduren bar weinig meer terecht.
KVB Boekwerk doet onderzoek naar diversiteit en inclusie in het Nederlandse boekenvak. Ook onder vertalers. Maar de vragenlijst doet duizelen.
Wij vertalers leiden teruggetrokken levens. We lezen en we schrijven, en verder zo weinig mogelijk. Onze afwijzing van wat anderen 'leven' noemen is een eindeloze variatie op het thema 'Nee, ik heb een mooi boek' uit de tijd dat andere kinderen kwamen vragen of we zin hadden om buiten te spelen.