Nummer twee

Valentine van der Lande | 16 januari 2014 ‘Ik zou Orakelnacht nemen’. Ik kijk opzij en zie een man van een jaar of veertig, handen in de zakken van een lange, verfrommelde jas. Hij heeft achterover gekamd vet haar en dunne lange voortanden, waardoor hij lijkt op een knaagdier uit een tekenfilm. Ik ken Orakelnacht al en dat vertel ik hem, net als de andere boeken van Auster. We blijken dezelfde smaak te hebben, de bever in de regenjas en ik. Ik vraag of hij een andere tip heeft voor mijn vakantie. De volgende ochtend vlieg ik naar Panama, waar ik kerst zal vieren met familie en vriend, en ik ben nog op zoek naar wat leesvoer.
Log snel in of word abonnee van Boekblad
  • Dit artikel bevat nog minimaal 366 woorden
Nog geen abonnement op Boekblad?

Profiteer van onze voordelige abonnementen.

Nu abonnee worden