Salomonszegen

2 juni 2014

In de derde klas middelbare school moesten we ons in de vinger prikken om ons eigen bloed te onderzoeken. Zoveel klassikale automutulatie kon ik niet aan en ik ging prompt onderuit. Ik mocht bijkomen in de ‘plantenkas’ tussen de vleesetende planten, het kalf met een cyclopenoog en een lammetje met vijf poten (sorry, het was echt nog geen schaap). De leraren hadden een deal met het slachthuis: alles wat afweek kregen zij. In dat opzicht paste ik er prima tussen maar het was geen ideale verkoeverkamer.

- lidewijde paris

De ik-boodschap

2 mei 2014

Mijn buurvrouw is een geboren moeder en opvoedster. Al haar tijd thuis is quality time met haar zoontje Ruben. Ze is streng maar rechtvaardig, geduldig en geestig. En vooral: geen flauwekul, daar houdt ze niet van. Toch komt zelfs aan haar engelengeduld soms een eind. Dan hoor ik via het raam of over het balkon: ‘Ruben, ik ben er helemaal klaar mee.’ Over jezelf in de derde persoon praten: ook aan die ongein doet ze niet mee. Opvoeden is misschien wel net als lesgeven: de ik-boodschap werkt het beste.

- lidewijde paris

In memoriam Erik Menkveld

7 april 2014

Na afloop van de begrafenis van dichter Erik Menkveld schreef Lidewijde Paris een in memoriam voor hem: Exercise nummer 1.

- lidewijde paris

Loyaliteit

31 maart 2014

In juni zou ik in New York op zoek gaan naar een nieuwe bril. Maar tijdens mijn jaarlijkse weekendje Parijs liep ik tegen het perfecte montuur aan, in de winkel van de ontwerper zelf. ‘Hand made in France’, staat erin en ‘Paris’. Wat wil een mens nog meer? Nou ja, een plekje ervoor in Pieter Steinz’ Made in Europe natuurlijk. (Just kidding)

- lidewijde paris

Gewoon een weekend gewoon geluk

3 maart 2014

Mijn collega Lex en ik lopen tijdens de lunch regelmatig een blokje door de buurt en eten dan ons brood. Geboren Amsterdammer wil Lex door straten die hij nog niet kent. En zo kwamen we afgelopen vrijdag door de Hacquartstraat. Geen idee wie Carel Hacquart was. Moest toch iets wezen als er een straat naar je genoemd wordt.

- lidewijde paris

Eyes on the World

18 februari 2014

Het was 1997. Ik was als redacteur van Nijgh & Van Ditmar in New York op agentenbezoek. Ik passeerde een brillenzaak op Lexington Avenue en zag in de etalage een rubberen sportbril met oranje glazen liggen. Binnen vroeg ik of ik de bril even mocht zien.

- lidewijde paris

Aux armes!

21 januari 2014

Nu Hollande in Nederland is, gooi ik er maar eens een mooie regel uit de Marseillaisse tegenaan. In het Nederlands zou ik geloof ik hebben geschreven: ‘Op de barricade’, maar dat bekt een stuk minder lekker.

- lidewijde paris

Over vijf jaar

16 januari 2014

Eén ding was duidelijk in mijn vorige column: terugkijken heeft geen zin. Met die gedachte spraken collega-columnist Daan van der Valk en ik af ieder vanuit onze eigen achtergrond te beschrijven hoe wij de relatie boekhandel–uitgeverij in de toekomst zien.

- lidewijde paris

Lid. is boos

11 december 2013

Misschien word ik ouder en wijzer, of heb ik een verkeerd zelfbeeld, maar ik word nog maar zelden boos. Vandaar dat ik enorm werd verrast door mijzelf toen ik via een tweet van een Engelse agent op een artikel terechtkwam dat mij ongelooflijk pissig maakte. Zo pissig dat ik, wat ik nog nooit heb gedaan, driftig in mijn beste Engels meteen een comment intikte. Na één week 1 Like: het schiet op met mijn mondiale woede.

- lidewijde paris

Poëtica

13 november 2013

Al zes jaar geef ik literatuurles in De Drvkkery in Middelburg. Eens in de vijf weken stap ik ’s ochtends in de trein naar Zeeland en samen met Frank van Doeselaar, mijn oude studiemaatje en al dertig jaar leraar Nederlands, probeer ik zo’n veertig abonnementhouders enthousiast te maken voor boeken en alles wat ermee te maken heeft.

- lidewijde paris

Thermometer

10 oktober 2013

Het wilde niet lukken met de column voor deze maand, totdat ik op de Uitmarkt weer lekker boeken kon aanbevelen en ’s avonds werd beloond met de geweldige zomergast Daan Roosegaarde.

- lidewijde paris

Beweging

16 augustus 2013

De Nederlandse uitgeverijwereld van de afgelopen 25 jaar doet me denken aan een setje van die oude schuifspelletjes in zo’n klein raamwerk waarin je de bestaande vierkantjes net zo lang moet schuiven totdat er een kloppend beeld ontstaat. Een paar voor de grote concerns en dan nog een paar voor de zelfstandige uitgeverijen. Bij oppervlakkige beschouwing zie je eerst hoe uitgeverijen samenklonteren, herverdeeld worden, weer losgekoppeld worden, soms zelfs verdwijnen en weer boven water komen. Maar alles toch wel binnen de bestaande raamwerken.

- lidewijde paris

Angel

13 augustus 2013

Het was een mooi gezelschap dat op die plotseling regenachtige achternamiddag  bijeenkwam in de tuinzaal van Atlas Contact. Nieuwe generatie zat naast oude generatie,  grote uitgeverij naast kleine uitgeverij. Een betrekkelijk willekeurige doorsnee van  uitgevend Nederland, zij het wel zeer gemotiveerd. Het onderwerp was: hoe redden we  het korte verhaal? We waren het over een aantal dingen snel eens, dat waren de feiten:  verhalenbundels verkopen nauwelijks. En: van officiële (lees: gesubsidieerde) zijde zou  het heil niet komen.  Maar dat was het dan eigenlijk wel. Want verkochten verhalenbundels niet doordat  men veel minder las of doordat men geen verhalen meer las? Werd niet altijd al  beweerd dat verhalen niet werden gelezen? Waren daardoor ook niet de literaire  tijdschriften die als kweekvijvers en als ontdekkingsarena’s generatieslang dienst  hadden gedaan, ter ziele gegaan? Of werden ze steeds minder gekocht/gelezen (er is  een onderscheid, maar dat laat ik hier voor het gemak weg) doordat ze niet meer voor  vol werden aangezien, omdat ze niet meer konden meedingen naar de grote Librisprijs?  Erkende schrijvers hadden hun literaire maiden voyage dapper met verhalen en verhalenbundels  ondernomen en daar eer van gehaald. Kon je als schrijver nog wel zo’n start  maken? Werd er gezegd: NIET debuteren met verhalen alsjeblieft? En moesten we niet  eigenlijk het korte verhaal propageren in plaats van een bundel? En ging het niet  zozeer om het aanschaffen van het verhaal als eigenlijk om het lezen ervan? Moest niet  het lezen van korte verhalen worden gestimuleerd?Alle vragen die ik mijzelf stelde toen ik voor Vrij Nederland elke week een kort verhaal  koos, kwamen langs. Toen ik bij VN begon was ik geen verwoed korteverhalenlezer. Ik  heb toen juist geleerd wat een grootse magie korte verhalen kunnen bevatten. Hoe het  een totaal ander talent vergt dan een roman. Voor omtrekkende bewegingen is geen  ruimte. Elk woord en elke zin moeten een geheide bouwsteen zijn en het cement zit er  als een onzichtbare emulsie omheen, er is maar nauwelijks de vinger op te leggen.  Sindsdien gebruik ik korte verhalen als ik lesgeef en iets duidelijk moet maken. Het  komt nog steeds voor (we zijn alweer zes jaar verder) dat ik iemand aan de lijn krijg  voor iets zakelijks, die dan aan het einde van het gesprek mij verwijtend vraagt waarom  ik met die rubriek ben gestopt. Ja, heb je even?Wat ik van al die mensen en andere lezers heb geleerd, is dat de kunst van het duiden  en begrijpen een verdwijnende kunst is. Ja, het klinkt aanmatigend en misschien wel  arrogant, maar het is zo: begrijpend lezen en ik zeg niet eens ‘het begrijpend lezen van  literatuur’, gewoon begrijpend lezen vinden veel mensen moeilijk. Lijnen zien, verbanden  leggen, verwijzingen begrijpen, ironie waarderen, dubbele betekenissen aanvoelen:  het moet als een geestelijk spel getraind worden en onderhouden. Net als bij elke sport  of elk spel geldt: oefening baart kunst. Net als elke sport of elk spel kan  het spannend en ontspannend zijn. Het kan je ontroeren of opwinden,  wegvoeren of thuisbrengen. Bij sport, dans, muziek of zang vindt  iedereen dat vanzelfsprekend. Bij lezen zegt men: dat kunnen we toch  al? Zit daar niet de angel?

- lidewijde paris